Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tiglatpileser

betekenis & definitie

Tiglatpiléser II (regeerde van 965-933 v. Chr.) behoort ondanks zijn bijna 33 jaar lange regering tot de onbekendste onder de Assyrische koningen.

Het was voor Assyrië een eeuw van achteruitgang en verval, terwijl Israël-Juda toen onder de regering van David en Salomo zijn gouden eeuw beleefd heeft.Tiglatpiléser III

(regeerde van 745-727 v. Chr.), de eigenlijke stichter van het Nieuwassyrische rijk, was een der grootste veroveraars en geniaalste regenten in de geschiedenis van het Oude Oosten. Hij heeft (hoewel hij wellicht een jongere zoon uit het regerende huis geweest is) als usurpator de troon beklommen en als koning de naam van zijn grote voorloper en voorbeeld Tiglatpiléser I aanvaard, terwijl zijn oorspronkelijke naam (of bijnaam) Pul (Poel) schijnt te hebben geluid. Hij heeft in zijn 18 jaar lange regering de droom van het wereldrijk bereikt.

Reeds in zijn eerste jaar (745) heeft hij Babylonië veroverd en de titel „koning van Sumer en Akkad” aanvaard. Daarna beveiligt hij de grens tegen Medië en trekt in 743 naar het N., waar hij zijn gevaarlijkste tegenstanders Sardoeris II van Oerartoe in een beslissende veldslag overwint. Van 738 af concentreert zich zijn belangstelling op het Westen, waar hij het Assyrische gezag eveneens weet te herstellen. 735 v. Chr. is het jaar, dat Sardoeris II in zijn eigen hoofdstad belegerd wordt.

Hoewel de verovering niet gelukt is, heeft Tiglatpiléser het doel, de Chalders (z Chaldu Urartu) voor een mensenleeftijd terug te dringen, bereikt. De volgende jaren zijn aan de volledige onderwerping van het „Westland” gewijd geweest. Hier heeft de beslissende slag ten Z. van Damascus plaatsgehad. Tegen het eind van 732 wordt het machtige Damascus veroverd en verwoest. Geheel Syrië en Noord-Palestina worden Assyrische provincies; een episode uit deze strijd is de wegvoering der stammen van het rijk Israël in de ballingschap (vgl. II Kon. 15 : 29). Een jaar later wordt een gevaarlijke opstand in Babylonië onderdrukt. In 729 v. Chr., op het Nieuwjaarsfeest, heeft Tiglatpiléser zich onder de naam Pùl tot koning van Babel laten uitroepen. De beide jaren, die hem nog restten, heeft hij gewijd aan de inwendige organisatie van zijn uitgestrekt rijk. In zijn residentie te Kalah heeft hij het centrale paleis laten herbouwen en versieren. De reliëfs uit dit paleis zijn in het Brits Museum te Londen; een der afbeeldingen en relief van de koning zelf is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

PROF. DR F. M. TH. DE LIAGRE BÖHL

Lit.: B. Meissner, Könige Babyloniens und Assyriens (Leipzig 1926); A. S. Anspacher, T.-P. III (Columbia-University 1912); Ed. Meyer, Geschichte des Altertums, Band III (1937; in de bewerking van E. Stier).

< >