Duits economist (Reutlingen 6 Aug. 1789 - Kufstein 30 Nov. 1846), streefde in Württembergse staatsdienst naar hervormingen en werd door de liberale minister Wangenheim in 1817 tot hoogleraar in de Staatspraxis te Tübingen benoemd. Na de val van Wangenheim werd hij in 1819 gedwongen zijn ontslag te nemen van wege zijn deelneming aan de Handels- und Gewerbeverein welke voor opheffing van de binnenlandse tolgrenzen ageerde.
In 1820 tot lid van de Kamer gekozen, werd hij wegens een petitie voor hervorming van bestuur en rechtspleging in 1822 afgezet en tot vestingstraf veroordeeld. Gevlucht leidde hij een zwervend bestaan. Bij zijn terugkeer in Duitsland in 1824 werd hij onder voorwaarde van emigratie vrijgelaten. List vertrok naar Amerika, waar hij allerlei werkzaamheden ter hand nam en tevens studie maakte van economische en politieke vraagstukken. Op verzoek van een industrieel schreef hij een brochure Outlines of American Political Economy (1827), waarin hij voor het eerst de leer van Ad. Smith bestreed en zijn protectionistische theorie ontwikkelde. De ontdekking van een steenkolenbedding maakte hem financieel onafhankelijk. Als Amerikaans consul keerde hij in 1832 naar Duitsland terug en begon hij zijn rusteloze actie voor de Zollverein en voor de bouw van een spoorwegnet (onder zijn invloed kwam o.a. de spoorweg Leipzig-Dresden tot stand). List was een zeer beweeglijke en onrustige geest, een geboren agitator, zodat zijn leven vol strijd en moeilijkheden is geweest. Toen zijn inkomsten uit Amerika wegvielen vertrok hij in 1837 naar Parijs, waar hij zich aan journalistieke arbeid wijdde en een antwoord schreef op een prijsvraag over de doelmatige overgang van protectie naar vrijhandel. Als vrucht van verdere studie verscheen in 1841 kort na zijn terugkeer in Duitsland zijn hoofdwerk Das nationale System der politischen Oekonomie. Al vond hij langzamerhand meer aanhang, zijn positie bleef moeilijk. Het gelukte hem niet een aanstelling in staatsdienst te krijgen. Financiële zorgen, lichamelijk lijden en de gedachte van een verloren leven deden hem in 1846 de dood zoeken.List was een fel bestrijder van de leer van Ad. Smith en met name van de handelspolitieke opvattingen die daarop steunden. Algemeen geldende economische theorieën aanvaardde hij niet. Nauw verband zag hij tussen economische leerstellingen en politieke factoren alsmede de ontwikkelingsphase, waarin een land verkeert. Vandaar het streven naar een historische fundering van zijn theorie. De leer van Smith beschouwde hij als de uitdrukking van Engelands suprematie in nijverheid en handel. List legde sterk de nadruk op het nationale element. Zowel tegen het individualisme als tegen het cosmopolitisme van Smith keerde hij zich. Tussen individu en mensheid staan de naties die door talloze geestelijke banden en gemeenschappelijke belangen tot permanente eenheden met een eigen zelfstandig bestaan worden. Hun ontwikkeling is een onmisbare voorwaarde voor het welzijn van individu en mensheid beide. Het tweede hoofdelement van zijn leer vormt de theorie der productieve krachten. Deze stelt hij tegenover hetgeen hij de theorie der ruilwaarden van Smith noemt. Het komt niet aan op de momentele vermeerdering van goederen die ruilwaarde bezitten (waarbij hij tevens het materiële productie-begrip van Smith scherp hekelt), maar op de ontplooiing van de productieve krachten van een volk, een begrip dat hij zeer ruim neemt, zodat er onder ook dingen als de afschaffing van de slavernij, de drukpers, de monogamie vallen. De volken doorlopen daarbij bepaalde ontwikkelingsstadia. Op een primitieve toestand volgen de Agrikulturstaat, de Agrikultur-Manufakturstaat en de Agrikultur-Manufaktur-Handelsstaat, waarmede de „normale” toestand van een volk is bereikt en de productieve krachten zich ten volle kunnen ontplooien. Alleen door ingrijpen van de staat is deze ontwikkeling mogelijk. Ieder stadium eist een andere handelspolitiek. Daar de bevordering van de industrie een van de belangrijkste elementen van deze ontwikkelingsgang is, pleit hij voor Erziehungszölle ter bescherming van deze. Voor het Duitsland van zijn dagen achtte hij dit het eerst nodige. Daarvoor moet het ook een grotere economische eenheid vormen, hetgeen door de Zollverein en de uitbreiding van deze (Nederland en andere landen wil hij er in opnemen) kan worden verkregen. Hetzelfde doel dient het spoorwegnet; spoorwegen en Zollverein noemde hij Siamese tweelingen.
Ondanks aanvankelijke bestrijding heeft List een diepgaande invloed gehad op de openbare mening en op de economische en politieke ontwikkeling van Duitsland.
PROF. MR F. DE VRIES
Bibl. (verdere werken): Über das Sachs. Eisenbahnsystem als Grundlage eines deutschen Eisenbahnsystems (1833); Das deutsche National-Transportsystem (1838). Standaarduitg.: Schriften, Reden und Briefe, hrsg. v. E. v. Beckerath u.a.t 12 dln (1927-1936) (m. bibliogr. en registers).
Lit.: E. Schulz, Fr. Lists Geschichtsauffassung in Zeitschr. f. d. ges. Staatswiss. dl 97; A. Sommer, I-.’s System der polit. Ökon. (1927); A. Meusel, L. und Marx (1928); K. A. Meissinger (1930) (2de dr. 1935): F. Lenz (1936); M. Bouvier-Ajam, F. L., sa vie, son oeuvre, son influence, diss. Paris (1938). A. J. Ravizza, Fr. L. und England, diss. Basel (1948); G. Brinkmann, Fr. L. (1949).