Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Frederik johan van baer tot slangenburg

betekenis & definitie

(baron, 1646- 15 Dec. 1713), Gelders edelman, was een van de beste opperofficieren uit het leger van stadhouder Willem III. Hij nam als luitenant-kolonel deel aan de slag bij Seneffe (1674) en werd daar gewond, streed als generaalmajoor tegen de Fransen bij Walcourt (1689) en werd in 1691 tot luitenant-generaal van de infanterie bevorderd.

Hij was dapper en bekwaam, maar van een onverdraaglijk karakter tegenover zijn meerderen, zodat hij met veldmaarschalk Waldeck voortdurend in conflict kwam en zich een tijd uit de dienst moest terugtrekken. In de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) kreeg hij zijn ouden wapenbroeder van Walcourt, Marlborough, als opperbevelhebber boven zich. Hij werd gepasseerd bij de benoeming van een veldmaarschalk. In de slag bij Ekeren (30 Juni 1703) redde hij de Staatse troepen van een vrijwel zekere ondergang en was de held van de dag. Hij beschuldigde Marlborough, hem in deze hachelijke situatie in de steek te hebben gelaten. Tot een nog heviger conflict kwam het in 1705, toen Marlborough bij Overijsche slag wilde leveren tegen de Fransen en Slangenburg het tegenhield.

De publieke opinie in Holland koos thans Marlborough’s pardj, waarin het feit dat Slangenburg R.K. was een rol speelde. Slangenburg was genoodzaakt zich uit het leger terug te trekken. Engelse schrijvers zijn gewoon hem om zijn „obstructie” tegen Marlborough’s snelle bewegingsoorlog hevig te laken, maar de feiten verdienen nader onderzoek uit de Nederlandse bronnen, DR A. J. VEENENDAALLit.: Geldersche Volksalmanak (1889); J. Bosscha, Neerlands heldendaden te land, dl II (Leeuwarden 1838); W. S. Churchill, Marlborough, his life and times, dl II (London 1934).

< >