of Franciscus Craneveldius, rechtsgeleerde, Hellenist en neoLatijns dichter (Nijmegen 3 Febr. 1485 - Mechelen 8 Sept. 1564), genoot zijn eerste onderricht te Nijmegen en misschien te Deventer, studeerde van 1501 af letteren aan het College de Valk te Leuven, daarna ook de rechten: 1506 werd hij licentiatus, 1509 doctor utriusque iuris. Hij was te Leuven beroemd om zijn welsprekendheid.
Eind 1515 werd hij aangesteld tot raadsheer-pensionaris te Brugge, waar hij de vriend werd van de meest vooraanstaande humanisten als Erasmus, Morus, Vives e.a. In 1522 werd hij lid van de Hoge Raad en hij was te Mechelen een van de meest geziene figuren in de kring van intellectuelen en kunstenaars die aan het hof van Margaretha verkeerden. Zijn correspondentie is zeer belangrijk voor de kennis van het humanisme in de Nederlandse gewesten.Bibl.: Latijnse vertalingen uit het Grieks; verder verspreide gedichten in het Grieks en het Latijn. Een Praefatio tot het laatste werk van J. L. Vives: De veritate fidei Christianae libri quinque (Basileae 1543); versch. geschr. van G. bleven onuitgegeven.
Lit.: Biogr. Nat. d. Belg., 4, 484-486; H. De Vocht, Litterae virorum eruditorum ad Franciscum Craneveldium 1522—1528 (Lovaniae 1928), met uitv. inl. en bibl.