Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

François GÉNY

betekenis & definitie

Frans jurist (Baccarat 17 Dec. 1861), hoogleraar in het burgerlijk recht aan de universiteit van Nancy, heeft meer dan iemand anders bijgedragen tot de zuivering, de verdieping en de vernieuwing van het rechts-wijsgerig denken in de eerste helft der 20ste eeuw. Zijn opvattingen zijn niet wel op één formule te brengen, doordat ze synthetisch karakter dragen; hij verzet zich tegen de reductie van het recht tot een enkel sociologisch of logisch, legistisch of filosofisch-ethisch begrip, maar tracht veeleer aan elk dezer begrippen een plaats toe te wijzen als component van het recht.

Bekend is daarbij geworden zijn onderscheiding tussen „donné” en „construit”, en tussen „science” en „technique”, waarmee de gedachte wordt verkondigd dat de rechtsregel zijn inhoud ontleent aan algemeen-maatschappelijke en speciaal-wijsgerige factoren en tendenties, doch de vorm aan de „procédés d’élaboration”. Aldus kan — anders dan bij de scholen die het recht tot één formule herleiden —tegelijk de betekenis worden erkend van het natuurrecht, van de sociale omstandigheden, van de autoriteit (wetgever en rechter), van de logica, en van de speciale juridische redeneerkunst. En dit alles wordt in Gény’s hoofdwerken: Méthode d’interprétation et Sources en in: Science et Technique, aangediend met een ongemene rijkdom van illustraties, ontleend aan wetgeving, jurisprudentie en doctrine, waardoor het gevaar dat rechtsfilosofische beschouwingen het meest bedreigt, de verwijdering van de werkelijkheid des rechts, volkomen is opgevangen. Gény heeft dan ook niet alleen in de kringen der theoretische denkers, maar ook onder de practische beoefenaren der rechtswetenschap, vele aanhangers verworven, getuige het te zijner ere verschenen Recueil d’etudes. Hij woont thans (Juli 1950) als emeritus-hoogleraar te Nancy.PROF. MR I. KISCH

Bibl.: Méthode d’interprétation et sources en droit privé positif, (2 dln, Paris 1899, nwe ed. 1919) ; Du droit sur les lettres missives (toepassing der rechtsphilosofische opvattingen op een concreet probleem) (2 dln, Paris 1911); Science et technique en droit privé positif (4 dln, Paris 1914-1924).

Lit.: Recueil d’études sur lés sources du droit en l’honneur de Fr. Gény (3 dln, Paris 1934); B. A. Wortley, in Modem theories of Law (London 1933); E.

Gaudemet, L’Interprétation du Code Civil depuis 1804 (1935), blz. 70 vv.; W. Friedmann, Legal theory (London 1947); J. Stone, The Province and Function of Law (London 1947); Paul Roubier, Théorie générale du droit (Paris 1946); R. L.

Drilsma, De woorden der wet of de wil van de wetgever, Diss. Amsterdam (1948).

< >