Italiaans burlesk dichter (Lamporecchio in Toscane 1497 of 1498 - Florence 26 Mei 1535), ging met zijn 19de jaar naar Rome, in de hoop aldaar de protectie te genieten van zijn oom, kardinaal Bibbiena (z Dovizi); maar hij zag zich genoopt een betrekking als schrijver te aanvaarden bij de datarius van Clemens VII, Giberti, die de dichter ook naar zijn latere bisschopspost te Verona meenam. In 1533 ging Berni naar Florence, waar hij door de gunst van de Medici kanunnik weid; men zegt dat hij daar vergiftigd werd op last van de hertog Alessandro, daar Berni geweigerd had des hertogs neef, Ippolito, te vergiftigen.
Reeds te Rome, waar hij het geestigste lid was van een kring van jonge literatoren, verwierf hij faam door zijn lichte, sprankelende spotdichten en burleske sonnetten (tegen Hadrianus VI, Clemens VII, Bembo, Aretino e.a.), en de bewondering vooral voor deze laatste soort gedichten werd allengs zo groot, dat de burleske stijl, waarin hij aan de spits staat, sinds zijn dood „poesia bemesca” genoemd wordt. De Italianen plaatsen hem deswege onder de klassieke schrijvers der 16de eeuw. In de langere verzen, alle in terzinen, de zgn. „capitoli”, neemt hij meermalen een loopje met de diepzinnige pedanterie der navolgersvan Petrarca; de bekendste dezer „capitoli” zijn Al Fracastoro en Il giuoco della primiera. Zijn gedichten werden posthuum in 1540 uitgegeven, in 1885 herdrukt als Rime, poesie latine e lettere (uitg. door Virgili, Firenze). Een critische uitg. bezorgde F. Chiórboli (Firenze 1934).
Naam verwierf Berni voorts door zijn omwerking (rifacimento) van Boiardo* ’s Orlando innamorato, met de bedoeling, dit werk een eleganter vorm te geven, taal en stijl te zuiveren en te „toscaniseren”. Hier en daar voegde hij toelichtende stanzen er aan toe, niet ten gunste van het geheel; desondanks is Berni’s omwerking lange tijd drukker gelezen dan het origineel.
MR H. VAN DEN BERGH
Lit.: C. Pariset, F. B. (Livomo 1915); G. Testi, II Boiardo c i Berneschi, in Atti accad. olimp. di Vicenza, IX (1923-’24).