is de aanduiding bij Hervormden en Gereformeerden in Nederland voor hun belijdenisgeschriften als verbindende macht tussen de gemeenten of plaatselijke kerken, die de Nederlandse Hervormde of de Gereformeerde Kerk vormen. Het zijn de Nederlandse Geloofsbelijdenis in 37 artikelen van de hand van Guido de Brés*, de Heidelbergse Catechismus van 1563, ontleend aan de Palts, en de Vijf canones van de Nationale Synode te Dordrecht in 1619 uitgevaardigd tegen de Remonstranten.
Er is geen andere reden om het in onbruik geraakte woord enigheid hier te handhaven dan die gelegen is in het traditionele kerkelijke spraakgebruik. Het is wenselijk het te vervangen door het thans meer juiste woord eenheid, ook al ter voorkoming van misverstand omdat deze formulieren niet de enige zijn (er zijn ook liturgische formulieren) en omdat het volk het woord vaak misverstaat als „eeuwigheid”. Te vergelijken is o.m. de Lutherse Formula Concordiae van 1577, formulier van eendracht. Dit geeft de bedoeling zuiver weer.Lit.: J. N. Bakhuizen van den Brink, De Nederlandsche Belijdenisgeschriften (1940).