Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

FOETSJOU

betekenis & definitie

(of Foo-chow), hoofdstad van de Chinese provincie Foe-kien (Hokkan),ligtop 26° 7' N.Br. en 119° 20' O.L.v.Gr. aan de linkeroever van de Min op 58 km van de mond, in een door heuvels omsloten, goed bebouwde vlakte en telt ca 400 000 inw. Daar de provincie door hoge ruggen van de rest van China wordt gescheiden, lopen de verbindingen via Foetsjou over zee.

Met de ontwikkeling van de theehandel in het begin van de 19de eeuw neemt de bloei van de stad een aanvang en groeit zij uit tot een van de voornaamste theehavens. Naderhand treedt dan een verval in en dit treft ook de bloeiende kamferhandel. Thans heeft de stad alleen betekenis voor de kustvaart.Men vindt er zijde- en katoenindustrie, benevens scheepswerven. Verder worden papier, hout, zijde, rijst en kamfer uitgevoerd, katoen, benevens wol, garens en metalen worden ingevoerd. De haven werd in 1842 voor de wereldhandel opengesteld. Op 23 Aug. 1884 werd hier een deel van de Chinese vloot door Franse oorlogsschepen vernietigd. In 1906 werd de Foo-chow Christian University opgericht.

< >