Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

FOETALISATIE

betekenis & definitie

of fetalisatie is een door prof. dr L. Bolk (1866-1930) ingevoerde term bij zijn theorie over de wordingsgeschiedenis van de mens.

Een verband tussen de ontwikkeling van het individu, de ontogenie, en de ontwikkeling van de stam, de phylogenie, is het eerst gelegd door J. F. Meckel (1781-1833) in 1811. Later heeft Ernst Haeckel (1834-1919) dit verband geformuleerd in zijn zgn. biogenetische grondwet: de ontogenie is een verkorte herhaling van de phylogenie, d.w.z. tijdens de embryonale ontwikkeling worden in het kort alle stadia gerecapituleerd die door de stamvorm zijn afgelegd. Wanneer nu de mens zich heeft ontwikkeld uit een anthropoïde vorm, dan zou men op grond van de biogenetische grondwet mogen verwachten dat de mens in zijn ontwikkeling op een gegeven moment het apenstadium bereikt om dit stadium vervolgens achter zich te laten en de typisch menselijke vorm te bereiken.Bolk heeft nu op grond van uitgebreid vergelijkend anatomisch onderzoek aangetoond, dat de verhoudingen in tal van eigenschappen tussen mens en anthropoïden juist andersom liggen als men op grond van de biogenetische grondwet zou mogen verwachten. Niet de mens doorschrijdt een apenstadium, maar de aap doorschrijdt een mensenstadium om dit achter zich te laten en de typische anthropoide vorm te ontwikkelen. De ontwikkeling van de aap gaat dus verder dan die van de mens, de ontwikkeling van de aap is dus propulsief, die van de mens conservatief. Vergeleken bij de aap blijft de mens in zijn vormontwikkeling als het ware staan, deze ontwikkeling is vertraagd, geretardeerd, en het gevolg is dat de mens, in vergelijking met de aap, meer op zijn foetus gelijkt dan de aap op het zijne. Enkele voor de hand liggende voorbeelden zijn de beharing en de pigmentatie. Mensen- en apenfoetus zijn weinig behaard en weinig gepigmenteerd (dus blank). De volwassen mens gelijkt in deze opzichten dus meer op het eigen foetale stadium dan de aap.

De visie van Bolk was vooral merkwaardig in de tijd dat de biogenetische grondwet nog groot gezag had. De foetalisatietheorie heeft er echter toe bijgedragen de beperkte waarde van die grondwet aan te tonen.

DR A. DE FROE

L.it.: L. Bolk, Hersenen en Cultuur (Amsterdam 1917, 3de dr. 1932); Idem, Das Problem der Menschwerdung (Jena 1926); R. Ruggles Gates, Embryology and evolution Nature (1930); Jan Versluys, Hirngrösse und hormonales Geschehen bei der Menschwerdung (Wien 1939); E. J. Slijper, Evolutie (Utrecht 1939); A. de Froe, Menswording (Amsterdam 1949).

< >