Vlaams musicoloog (Hoogstraten 2 Nov. 1890), studeerde aan het klein-seminarie te Hoogstraten, werd laureaat der kerkelijke muziekschool te Mechelen, waarna hij in de compositie les nam bij Paul Gilson. Van 1912 tot 1923 was hij orgelist te Leuven.
Hij studeerde later aan de Katholieke Universiteit te Leuven, waar hij (1931) promoveerde tot doctor in de kunstgeschiedenis en in de oudheidkunde. Van 1921 af is hij hoogleraar aan de Hogeschool voor Vrouwen (Antwerpen) en, sedert 1923, aan de Rijksuniversiteit te Gent. In 1939 werd hij lid van de Kon. VI. Acad. van België. Hij was schepen van Onderwijs en schone Kunsten te Leuven (1939 - 1946).
Hij componeerde orkest- en koormuziek. Van hem werden, naast een paar afzonderlijke liederen, enkel uitgegeven de liederbundels Van Langendonckliederen, Eenzame liedjes (Adama van Scheltema). Hij bewoog zich vooral op het gebied der musicologie.Bibl.: Beschouwingen over de Muzikaliteit (1929); Het orgel in de Nederlanden (1931); Vlaamsche Muziek en Componisten (1931); Met het voorbereidend onderwijs op de weg naar Kunst en Schoonheid (schuilnaam Esders); Benoit, man van zijn Volk (935); Rond het probleem der moderne muziekkultuur (1935); Musicologie en Parallelvergelijking (Gentsche Bijdrage voor Kunstgeschiedenis, 1934, 1935, 1936); Renaissance in de muziek (Gentsche Bijdrage 1942); Rond theorie en werkelijkheid der laat-middeleeuwsche muziek (Idem 1943); Van Beethoven tot Wagner (Alg. Muziekgesch., Utrecht 1940); Nationale stijl (VI. Jb. v. Muziekgesch., 1942); De Muziekgeschiedenis aan onze Universiteiten (Meded. Kon. VI.
Acad., 1943); Muziek (1946); Over het wetenschappelijk onderzoek van het nationale karakter der muziek (Meded. Kon. VI. Acad., 1947); Musicologische tegenstellingen in de Nederlanden (Gentsche Bijdrage tot de Kunstgeschiedenis, XII, 1949- 1950); Miscellanea Musicologica Fl. v. d. Mueren (1950); Rond Benoit’s daad en werk in zijn tijd (Meded. Kon.
VI. Acad., 1951).
Lit.: P. Nu ter, Prof. Dr Fl. v. d. Mueren (Symphonia, Mei-Juni 1951); J. Broeckx, Prof. Fl. v. d.
Mueren (Mens en Melodie, I951); Ant. v. d. Velde, Over enen Jonghelinc van zestig Jaeren (Boekengids, Febr. 1951).