Belgisch componist (Brussel 15 Juni 1865 Schaerbeek 3 Apr. 1942), was leerling van het Koninklijk Conservatorium te Brussel. In 1889 behaalde hij de Prix de Rome met de Cantate Sinai. In 1889 werd hij tot leraar benoemd aan het Conservatorium te Brussel en in 1904 tevens aan het Conservatorium te Antwerpen.
Hij volgde later Tinei op, als inspecteur der Rijksmuziekscholen. Gilson is een paedagoog, die belang stelde in de behoeften van het onderwijs. Gilson is de sterkste persoonlijkheid uit de Vlaamse muziekliteratuur der realistisch-impressionnistische periode. Het is een geïnspireerd schepper, met mannelijke energie en virtuositeit in de dialectiek.
Zijn practische ervaringen waren zó veelzijdig en zijn technische kennis zó grondig, dat de zetting van elk klankbeeld steeds gaaf was. Hij is de meester geweest van haast alle jonge componisten die iets beloofden. Zelfs de jongste „omwentelaar” wist hij te leiden met een objectiviteit die voorkwam dat het moderne streven in de leerling werd geschaad. Naast de componist blijft van hem dan ook de faam levendig van de grote paedagoog op het gebied der compositie.Bibl.: Naast liederen, pianoen kleinere orkesten koormuziek schreef hij orkestwerken: De Zee (1892), symphonisch gedicht naar een tekst van E. Levis; Fantasie op Canadeesche volksliederen (1898) ; Symfonische Variaties; Fantaisie-Scherzo; Feestouverture; Schotsche Rhapsodie ; Halia (symphonisch gedicht) ; La Destinée (symphonisch gedicht); Schotsche dansen. Toneelwerken: Le Démon; Daphné, Alvar (eerste opvoering 1896); La Captive (Ballet, eerste opvoering 1902) ; Rooversliefde; Zeevolk (naar V. Hugo; eerste opvoering 1902); Prinses Zonneschijn (eerste opvoering, 1903).
Koorwerken: David; Les suppliantes; Kindervreugde; vooral het dramatische oratorio: Francesca da Rimini (1895).Theoretische werken: Traité d’instrumentation pour la Musique militaire; Exercices d’harmonie et de Composition mélodico-harmonique; Tutti orchestial; nieuwe uitgave van Dupont’s Exercices d’harmonie (1904); Traité d’harmonie (3 dln, 1923 e.a.); Notes de musique et souvenirs (1942).