inham van de Oostzee tussen 59o en 60° N.Br., ten N. door Finland, ten Z. en O. door de Sovjet-Unie begrensd. De golf heeft een lengte van 400 en een breedte van 20-130 km.
De diepte is in het Z. groter dan in het N. en bereikt op enkele plaatsen 70 m. Het zoutgehalte is gering, eb en vloed zijn er niet merkbaar; wel doen westenwinden het water stijgen, oostenwinden vallen. De vaart is er wegens vele ondiepten en zandbanken, vooral tussen Kronstadt en Leningrad, en wegens de talrijke granietklippen en eilanden langs de Finse kust, alsook door stormen en mist in de herfst en ijs in de winter zeer gevaarlijk. Het eiland Hogland verrijst cr als een reusachtig rotsgevaarte uit de diepte. Andere eilanden zijn: Lavensaari, Penisaari, Seskär, Groot en Klein Titters en Kotlin (Retusaari), waarop Kronstadt is gelegen. Door de Newa is de Finse Golf met het Ladogaen Onegameer en vervolgens door het Stalinkanaal met de Witte Zee en door de Narowa met het Peipusmeer verbonden. De voornaamste havens na Leningrad zijn: in de Sovjet-Unie Wipoeri (Viborg), in de Estlandse S.S.R. Tallinn en Paltiski (Baltisport), in Finland Helsingfors (Helsinki) en Hangö. H. A. BOMER