(Portugees: Fernão Poo), Spaans eiland, het noordelijkste en het belangrijkste van de 4 eilanden in de Baai van Biafra aan de kust van Guinee, gelegen tussen 3° 11' en 3° 48" N.Br. en tussen 8° 24 'en 8° 58' O.L.v.Gr., heeft een oppervlakte van 2100 km2 en telt 26 405 inw., waarvan 15 064 gevestigd zijn in het district Santa Isabel, de hoofdstad, de zetel van de gouverneur van Spaans Guinee. Een bergrug in Z.W.N.O. richting loopt dwars door het eiland en culmineert in de prachtige vulkaankegel van de Pico Santa Isabel of Clarencepeak (3o 35' N.Br. en 8° 47' O.L.v.Gr.), waarvan de 3106 m hoge top meestal in de wolken gehuld is.
Twee kleinere toppen verheffen zich in het Z.W. gedeelte.Het dichte bos bestaat uit oliepalmen, ebbenhout, campêchehout enz. Men verbouwt er bananen, maïs, rijst, maniok, yams en op de plantages cacao, vanille, koffie, suikerriet, katoen en tabak. De inwoners zijn grotendeels onafhankelijke Bantoes, de Boebis (Bubis). In de kustplaatsen wonen vooral ook kleurlingen, ten dele van Portugese afkomst, benevens enige honderdtallen Europeanen. Hoofdplaats in het op de N. kust gelegen Santa Isabel, vroeger Clarencetown geheten.
Het eiland werd in 1477 door de Portugezen ontdekt en Ilha Formosa genaamd, in 1778 aan Spanje afgestaan en in 1827 door de Engelsen bezet. Dezen stichtten de kolonie Clarencetown op de noordkust en gebruikten het eiland als handelspost en ter bewaking van de Slavenkust en van de Nigerdelta. In 1845 kwam Fernando Po weer aan Spanje.
H. A. BOMER
Lit.: J. Más, En el Pafs de los Bubis Escenas de la vida en Fernando Poo (Madrid 1922); G. Tessnann, Die Bubi auf F. P. (Darmstadt 1923).