Nederlands scheikundige (Amsterdam 7 Mrt 1869 - vermoord Auschwitz Mrt 1944), hoogleraar in de anorganische en physische chemie te Utrecht van 1902-1939. Zijn wetenschappelijke arbeid ligt vnl. op het gebied der physische chemie: electrochemie, allotropie van elementen, polymorfie, metastabiele toestanden der stof en over de geschiedenis van de chemie.
Hij speelde een belangrijke rol in de internationale organisatie van de chemie.Bibl.: Das Lachgas, Eine chemisch-kulturhistorische Studie (1907); Uit het land van Benj. Franklin (1928); Physico-chemical metamorphosis and some problems in piezo-chemistry (New York 1926 (Leipzig 1927).
Lit.: Chem. Weekblad 15, 1452 (1918), 24, 489 (1927), 36, 59 (1939). 43.239 (1947).