in het Latijn Spinale, hoofdstad van het Franse departement Vogezen, ligt aan de hoofdlijn Nancy - Belfort en heeft spoorlijnen naar Remiremont, Jussey, Neufchateau en Laveline; het ligt in een nauw en schilderachtig dal aan beide zijden van de Moezel en telt (1946) 23 395 inw. Het ligt aan een zijtak van het Canal de l’Est.
Aan de voet van de bouwvallen van een oud kasteel ligt de kerk van St Maurice van Romaanse en Gothische bouworde. De koorpartij met 3 polygonale absiden vertoont invloeden van Champagne en Bourgondië; zij ontstond in de 14de eeuw. Waar de westelijke ingang der kerk door een vierkante toren is afgesloten, betreedt men het gebouw door een zijportaal, de Porte des Bourgeois geheten en versierd met resten van 14de eeuwse sculptuur. Stedebouwkundig is de Place des Vosges van belang, omzoomd door huizen waarvan er enkele uit de 16de eeuw dateren. Het Musée des Vosges bevat enige belangrijke schilderijen afkomstig van de oude verzameling der vorsten van Salm-Salm, w.o. vooral het indrukwekkende portret van een oude vrouw door Rembrandt uit diens late tijd (1661) uitblinkt. De stadsbibliotheek telt ruim 50 000 delen, 118 incunabelen en 233 manuscripten, waaronder een met gouden letters geschreven evangelie van Markus vermelding verdient. De stad was eertijds een regionaal markt- en handelscentrum, vooral voor de Vogezen, doch maakt thans deel uit van het vooral katoen verwerkende textielgebied van de zuidelijke Elzas, en omvat als zodanig katoenweverijen en -spinnerijen, linnenconfectie-, borduurwerk-industrie, chemische fabrieken enz.De stad dankt haar oorsprong aan een abdij, die in 980 door Theodorik, de eerste bisschop van Metz, gesticht werd. Later maakte zij deel uit van het hertogdom Lotharingen, van 1444-1466 behoorde zij aan de Franse kroon. Door Wereldoorlog II leden de stadsdelen langs de Moezel en bij het station veel schade.
Lit.: André Philippe, Catalogue de la section des Beaux Arts au Musée des Vosges à Epinal (Epinal 1929).
