Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VOSGES

betekenis & definitie

(z ook Vogezen), Frans dep. op de westelijke helling van het Z. deel der Vogezen, telt op 5903 km2 (1946) 342 315 inw. Het land is grotendeels bergachtig, door de bosrijke Vogezen met de Hohneck ( 1366 m) als hoogste punt van het dep. en zijn uitlopers (Monts Faucilles), en wordt door de Moezel, de Maas en de Saône met haar zijrivieren ontwaterd.

Middelen van bestaan zijn bosbouw, melkveehouderij, akkerbouw, spinnerijen en weverijen (vooral van katoen), houtindustrie en papierfabrieken. Epinal is de hoofdstad.

< >