is de leer van de wijze, waarop de infectieziekten ontstaan en zich verbreiden. In vorige eeuwen en nog tot omstreeks de helft van de 19de eeuw, was de studie van de epidemiologie gebaseerd op zuiver empirische waarnemingen, d.w.z. dat men alleen door studie van de wijze, waarop de ziektegevallen zich voordeden en van het verband, dat tussen die gevallen scheen te bestaan, tot een voorstelling van de epidemiologie van de ziekte trachtte te komen.
Dit werd anders, toen Louis Pasteur* ontdekte, dat de infectieziekten veroorzaakt worden door het parasitisme van lagere organismen. Robert Koch* leerde later, hoe naar de verwekkers van infectieziekten moest worden gezocht en te zamen met zijn leerlingen vond hij de verwekkers van tal van infectieziekten, bracht deze in reincultuur en bestudeerde de lotgevallen van de verwekkers in en buiten het geïnfecteerde organisme. Dank zij de gestadige arbeid van onderzoekers uit alle beschaafde landen van Europa, Amerika en Azië, zijn nu van de meeste infectieziekten de verwekkers bekend en is men over de voornaamste feiten, die voor de bestrijding van de infectieziekten van belang zijn, goed georiënteerd (z besmetting).Lit.: H. Peeters, Epidemiologie, dl VI Sociale Geneeskunde, (Amsterdam 1949).