(Elizabeth), Amerikaans dichteres (Amherst, Mass., io Dec. 1830 15 Mei 1886), leidde, na een kortstondige liefdesverhouding, voortaan het leven van een kluizenaarster. Zij verdiepte zich in de geschriften van Emerson* en het schrijven van gedichten, grotendeels korte vleugjes lyriek met epigrammatische inslag.
De manuscripten werden ontdekt na haar dood en later voor de druk bezorgd door Mabel Loomis Todd en T. W. Higginson (1890 e.v.). Het werk sloeg onmiddellijk in. Het is als het ware een poëtisch dagboek van haar innerlijk leven, nu eens wijsgerig, dan speels of weemoedig. Ondanks haar vele onvolmaaktheden hebben de V.S. geen groter dichteres aan te wijzen.Bibl.: Poems, ed. by M. L. Todd and T. W. Higginson (Boston 1890, herdr. 1920), 2nd series (aid. 1891), 3rd series (aid. 1896); The single hound (1914); The complete poems, ed. by M. Dickinson Bianchi (1924); Selected poems, by G.
Aiken (1924, herdr. 1948, met voortreffelijke ini.); Further poems (1929); The poems (1930, herdr. 1937); Unpublished poems (1936); Bolts of melody, new poems (1945); Ned. clandestiene ui tg. tijdens de oorlog: Selected poems (Amsterdam 1940) en Ten poems (Amsterdam 1944); Gedichten, vert. d. S. Vestdijk (De Vrije Bladen XVI, 1 x, 1939); Letters, ed. by M. L. Todd (2 dln, Boston 1894, herdr. 1930.
Lit. W. Higginson, Carlyle’s laugh (Boston 1909); M. Dickinson-Bianchi, Life and letters (New York 1924); G. F. Whicher, E.
D., a bibliography (Amherst, Mass. 1930); A. L. Hampson, E. D. (1930); MacGregor Jenkins, E.D. (1930); G. Taggard, The life and mind of E. D. (1930); J.
Pollitt, E. D. (New York 1930); M. D. Bianchi, E. D. face to face, unpublished letters (1932); G. F.
Whicher, This was a poet (1938); E. Cecchi, E. D. (Morcelliana, Brescia 1939); M. T. Binghain, Ancestor’s brocade, the literary début of E. D. (1945); H.
W. Wells, Introd. to E. D. (1947).
