(St. Ive, Cornwall, 9 Apr. 1860 - Londen 8 Juni 1926), was de Britse weldoenster van de Afrikaanse slachtoffers van de Tweede Vrijheidsoorlog in Zuid-Afrika.
Zij deed in 1895 en 1896 sociaal werk onder Cornwalliser emigranten in de V.S. Diep geschokt door het uitbreken van de „Boerenoorlog” belegde zij als secretaresse van de vrouwenafdeling van het „South African Conciliation Committee” op 13 Juni 1900 een protestvergadering in Londen en vormde het „South African Women and Children Distress Fund”; zij zelf ging naar Zuid-Afrika. In de eerste helft van 1901 redde zij door haar werk in de kampen het leven van duizenden Afrikaner vrouwen en kinderen. Aan haar vechten tegen haar eigen officiële instanties was het te danken dat het sterftecijfer in de kampen viel van 344 per 1000 gevangenen per jaar in Oct. 1901 tot 32 per 1000 per jaar in Apr. 1902.Teruggekeerd in Engeland wist Emily Hobhouse met steun van Campbell-Bannerman* een enquête-commissie door te zetten, maar zozeer was het officiële Engeland nog tegen haar gekeerd, dat zij bij haar volgende aankomst in Kaapstad werd gearresteerd en in Oct. 1901 naar Engeland teruggezonden. Daar publiceerde zij in 1902 haar boek The Brunt of the War, waarin zij het lijden der Afrikaanse vrouwen en kinderen beschreef.
Haar eerste reis door Zuid-Afrika na de oorlog in 1903 werd een ware zegetocht. Zij benutte deze reis om enorm veel te doen voor de verbetering der uitkeringen aan oorlogsslachtoffers onder de Boeren. Voor de sociale en economische opheffing van de Boerenvrouw stichtte zij in 1904 in Londen de „Boer Home Industries and Aid Society”. Met geld van dit fonds ging zij in 1905 weer naar Zuid-Afrika om er persoonlijk spin- en weefscholen voor Afrikaanse meisjes op te richten.
In 1919, na Wereldoorlog I, richtte zij allerwegen comité’s op voor steun aan kinderen in Centraal- en Oost-Europa. Zij werkte in Oostenrijk en Duitsland als leidster van het „Save the Children Fund” en deed ook veel voor Rusland.
Haar betekenis is, dat zij in Engeland het geweten van de Britten ten opzichte van Zuid-Afrika heeft wakker geschud en daarmee een nieuw beleid heeft helpen voorbereiden, terwijl zij in Zuid-Afrika het beste wat Engeland kan geven heeft gebracht en daarmee voor de toenadering tussen Boer en Brit de weg heeft geplaveid.
PROF. DR M. BOKHORST
Lit.: A. Ruth Fry, Em. H. (London 1929) (uit de authent. nagelaten dagboeken van E. H. samengesteld); Annette Terblanche, E. H. (Johannesburg 1948).