Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Emile COUÉ

betekenis & definitie

Frans geneeskundige (Troyes 26 Febr. 1857 -Nancy 2 Juli 1926), behoort, ofschoon hij geen medicus was doch apotheker (te Troyes van 1882 tot 1910), tot de school van Nancy, waarvan Liébault één van de voornaamste vertegenwoordigers was. De leer van de hypnose en de therapeutische betekenis daarvan werd door Liébault, zelf een leerling van Charcot, tot een grote hoogte gebracht.

Coué verwierf zijn grote naam niet zozeer als kenner van de hypnose maar door een betrekkelijk zeer eenvoudige autosuggestieve methode. Coué ging uit van het op zich zelf niet onjuiste denkbeeld, dat iedere gedachte de tendens heeft zich te verwerkelijken, in ieder geval de neiging heeft bepaalde werkingen te ontvouwen. Wanneer iemand zich intensief voorstelt, dat naast de stoel, waarop hij zit, een diepe afgrond is, dan zal hij onmiddellijk een eigenaardige duizeligheid in zich voelen opkomen. Coué paste deze gedachte toe, door zijn patiënten zich hun genezing intensief en telkens weer te laten voorstellen.

De zin, die Coué steeds weer liet herhalen was: „Iedere dag, in elk opzicht, gaat het mij beter en beter.” Deze gedachtengangen werden door Coué uitgewerkt op een zeer simplistische wijze, die niet meer wetenschappelijk verantwoord kan worden geacht. Zijn werkzaamheid wordt daardoor (volkomen begrijpelijk) zeer verschillend beoordeeld. Het zou echter onjuist zijn deze werkzaamheid geheel zonder betekenis te achten. In navolging van het sinds 1910 te Nancy gevestigde Institut-Coué, bestond tot 1940 in gebouw Heystee te Amsterdam een dergelijk instituut onder leiding van mevr.

M. Kloek-Pirée.Bibl.: La maîtrise de soi-même par l’autosuggestion consciente (Nancy 1923), vert, als Zelfbeheersing door bewuste autosuggestie (1931).

Lit.: P. Myré, L’éducation physique et l’Inst. Coué (1923); Em. Coué, sa méthode, son esprit, son influence (Paris 1928) ; M.

Kloek-Pirée, 10 jaren Coué-arbeid (Amsterdam 1934); Idem, Het woord geneest (1939).

< >