Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EMBOLIE

betekenis & definitie

is de verstopping van een bloedvat door een prop (embolus), die elders in het lichaam in de bloedstroom is opgenomen. De embolus kan bestaan uit gestold bloed (een zgn. thrombe), uit vet of bacteriën.

De thrombe kan op verschillende wijzen zijn ontstaan en door verschillende oorzaken in de bloedstroom terecht zijn gekomen (z thrombose). Zij heeft haar oorsprong òf in het aderstelsel van de grote bloedsomloop òf in het hart, meestal in de linker harthelft. In het eerste geval wordt zij via de rechter harthelft versleept naar de longslagaders, waar zij longembolie veroorzaakt; in het tweede geval komt zij in de slagaders van de grote bloedsomloop terecht en brengt een embolie van milt, nier, hersenen of ledematen te weeg.De verstopping die ontstaat doordat een thrombe in een gaandeweg nauwer wordende slagader blijft steken, zet de bloedstroom naar het bijbehorende weefselgebied stil, waarop dit afsterft (infarct*), althans in zijn voortbestaan wordt bedreigd; beslissend is de mate waarin collaterale vaten de bloedvoorziening kunnen overnemen.

De verschijnselen wisselen met de plaats van de embolie en de grootte van de prop. Wordt bijv. de longslagader of worden beide hoofdtakken hiervan afgesloten door een grote embolus, dan kan de rechter hartkamer geen bloed meer voortstuwen door de longen; de bloedsomloop houdt plotseling op en de dood is het gevolg. Veel vaker echter blijft een kleine embolus in een kleine slagader steken en sterft een gedeelte van het weefsel af, zonder blijvende schadelijke gevolgen. Dit laatste is meestal ook het geval bij milt en nierembolie, terwijl bij hersenembolie altijd een gedeeltelijke verlamming van het lichaam ontstaat. Bij embolie in de slagaderen van de ledematen bestaat het gevaar, dat een groot deel van het weefsel afsterft (Z gangraen).

Bij vetembolie is vet uit het beenmerg (bijv. na een beenbreuk) in de bloedbaan gekomen.

De bacteriën, die soms een embolus vormen, zijn afkomstig uit een ontstekingshaard. Zij kunnen op de plaats van de embolie nog bovendien een absces veroorzaken.

Luchtembolie ontstaat, indien lucht, met een verwonding van een grote ader (bijv. aan de hals) aangezogen, in het hart komt, dat dan het bloed met deze lucht tot schuim klopt, waardoor de bloedsomloop zodanig wordt belemmerd dat hij tot stilstand kan komen.

A. WESSELIUS-DE CASPARIS

< >