(1) is een Gelderse gemeente van 5481 ha, met (1949) 10 801 inw. waarvan (1949) 34 pct Prot. en 64 pct R.K. Deze gemeente bestaat uit twee, door een strook van de gemeente Bemmel van elkaar gescheiden delen; het grootste omvat de dorpen Eist (1947) 6383 inw. en Elden (1564 inw.) en grenst aan Arnhem en de Rijn, het kleinste, waarin het dorp Lent (2321 inw.) ligt, grenst aan de Waal bij Nijmegen.
Behalve de genoemde drie dorpen omvat de gemeente nog enige gehuchten en buurten o.a. Aam, Eimeren, Lienden, Merm, De Vork, De Praets, Reeth, Rijkerswaerd. De bodem bestaat uit rivierklei, welke voor het merendeel als grasland (ten dele beweide boomgaarden) in gebruik is. Tuingrond neemt ongeveer 20 pet van de oppervlakte cultuurgrond in. Landbouw, fruitteelt en groenteteelt en bloementeelt (vooral te Lent) vormen de hoofdmiddelen van bestaan. Verder is er steenbakkerij, kistenmakerij en vruchtensappen- en conservenindustrie.Het dorp Elst ligt aan de spoorlijn Arnhem Nijmegen en nabij de lijn Eist - De Vork - Resteren. Het is zeer oud, daar er reeds in 726 een kerk stond. De tegenwoordige middeleeuwse kerk (met merkwaardige toren) werd in Wereldoorlog II zwaar beschadigd, en wordt thans vanwege Rijksmonumentenzorg hersteld.
Lit.: J. L. L. Taminiau, Gesch. van Elst in de Over-Betuwe en zijn R.K. parochie (Nijmegen 1946); J. Taminiau, Gesch. v. Eist in de Over-Betuwe van 690 tot heden (1947).
(2), dorp van (1930) 1734 inw. in de provincie Utrecht aan de zuidzijde van de heuvelrug, aan de Rijn gelegen en ten dele (204 inw.) tot de gemeente Amerongen, ten dele (1530 inw.) tot de gemeente Rhenen behorend. Voorheen een middelpunt van tabaksteelt, vormen thans steenbakkerij en arbeid in de industrie van Rhenen hoofdmiddel van bestaan.
(3) is een gemeente in Oostvlaanderen, op heuvelende leembodem (512 ha); landbouw. Inw. (1948) 1183. Men weet niet, of het dorp vroeger hoorde onder de baronie Pamel of onder Schorisse. De kerk hing af van Ronse.
