Gelderse gemeente in de Betuwe ten N.O. van Tiel, aan de Rijn en de Linge, is 3892 ha groot en telt (1950) 4700 inw., van wie (1947) 97 pct Prot., 1 pct R.K. en 2 pct zonder kerkelijk gezindte. Zij werd samengesteld uit de heerlijkheden Lienden, Ingen, Ommeren en Ter Leede.
De bodem bestaat uit vruchtbare klei, waarop landbouw en hoofdzakelijk fruitteelt worden uitgeoefend. Verder is er steenindustrie en een fabriek van ijzerdraadvlechtwerk. Tot Lienden behoren de dorpen Lienden (1950: ca 2400), Ingen (ca 1700) en Ommeren (ca 600 inw.) en de buurten Aalst, Meerten en de Mars.