Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

ELCKERLYC

betekenis & definitie

een 15de-eeuwse Nederlandse moraliteit, d.i. allegorisch spel, het ontroerendste drama, dat West-Europa in de middeleeuwen heeft voortgebracht. De volledige titel luidt Den Spyeghel der Salicheyt van Elckerlyc hoe dat elckerlyc mensche wert ghedaecht gode rekeninghe te doen. Het geeft een aangrijpend realistische voorstelling van de menselijke tragedie, maar biedt tevens een hoopvol perspectief. Elckerlyc (d.i.

Iedereen) ziet zich plotseling geplaatst tegenover de Dood, midden in zijn aardse beslommeringen wordt hij weggeroepen om aan God rekenschap te geven van zijn leven. Niemand wil met hem mee, Gheselschap (zijn vrienden), Maghe en Neve (zijn bloedverwanten) en 't Goet (zijn aards bezit), ze laten hem allen in de steek. En als hij moet afdalen in de put, verlaten hem ook nog zijn kracht, schoonheid, wijsheid en zintuiglijke vermogens. Dit gruwelijk realisme is van alle tijden, maar kon zo meedogenloos alleen worden uitgewerkt in de herfsttij der middeleeuwen met zijn bezetenheid van het vergankelijke. De oplossing, die de dichter geeft van deze oertragedie van het menselijk leven, is de middeleeuws-Christelijke. De zieke en zwakke Deugd heeft Elckerlyc op haar zuster Kennisse gewezen en deze brengt hem tot Biecht. Daardoor wordt Deugd genezen en kan ze met Kennisse Elckerlyc geleiden naar de diepe put. Maar nu behoeft hij daarvoor ook niet meer terug te schrikken, want de hemel is geopend en de engelen staan al gereed om hem te ontvangen.De Elckerlyc is het beste werk dat de rhetoricale school in Nederland heeft voortgebracht. Het werd ca 1485 op een Antwerps landjuweel (d.i. officiële wedstrijd) bekroond. Over het auteurschap zijn de meningen nog verdeeld. De oorspronkelijkheid van het Nederlandse spel, aanvankelijk door velen ten gunste van de Engelse Everyman in twijfel getrokken, scheen na de publicaties van L. Willems en vooral van Tigg vast te staan. Totdat enkele jaren geleden de Leuvense anglist H. de Vocht het opnieuw opnam voor de prioriteit van Everyman. Hij is er echter niet in geslaagd zijn stelling te bewijzen. Voortbouwend op Tigg schreef Van Mierlo een uitvoerige weerlegging en trachtte hij tevens aan te tonen, dat de Engelsman vertaalde naar de Antwerpse druk van Willem Vorsterman (zie hierna).

De tekst van het spel is tamelijk gebrekkig overgeleverd. We bezitten slechts drie oude drukken, waarvan de oudste twee (Delft ca 1495 en Antwerpen 1501 (?)) onvolledig en de 3de (Antwerpen Willem Vorsterman, ca 1525) een slordige herdruk van de Antwerpse druk van 1501 (?); vervolgens nog een laat handschrift van 1593~’94 in het bezit van Fl. Prims te Antwerpen. Het aantal bedorven plaatsen in al deze teksten is talrijk, zodat de reconstructie van de oorspronkelijke redactie grote moeilijkheden oplevert. Naar de Antwerpse druk van Willem Vorsterman vertaalde volgens van Mierlo een anonymus de Elckerlyc in het Engels en Christianus Ischyrius in 1536 in het Latijn als Homulus. De laatste is eigenlijk meer een vrije bewerking, maar nog Katholiek, terwijl een andere Latijnse bewerking, de Hecastus van Macropedius (1539), reeds een sterke reformatorische inslag heeft. Uit de drie spelen Elckerlyc, Homulus en Hecastus heeft Jaspar van Gennep in 1540 een nieuw stuk in de volkstaal samengesteld, de Comedia Homuli, in 1556 uit het Duits in het Nederlands vertaald als Van Homulus, een schoene comedie, door Herman van Borculo(?) begin 17de eeuw(?) verprotestantst als Een Comedia ofte Spel van Homulus. Naar andere nazaten (bewerkingen of verwante spelen), waarvan in het bijzonder genoemd moet worden de Mercator van Thomas Naogeorgus, de Protestantse Elckerlyc, is nog geen afdoend onderzoek ingesteld. Een magistrale moderne bewerking gaf Hugo von Hofmannsthal in zijn Jedermann.

F. W. van Heerikhuizen’s Nieuwe Elckerlyc (Bussum 1945) heeft weinig meer met ons spel gemeen.

Als dichter van de Elckerlyc noemt Christiaan Ischyrius in zijn Latijnse bewerking een zekere Pieter van Diest. Deze moet theologisch en juridisch behoorlijk onderlegd zijn geweest, maar hij geeft zich anderzijds ook duidelijk te kennen als een man des volks; hij deinst geenszins terug voor het gebruik van tal van gemeenzame uitdrukkingen en offert de theologische nauwkeurigheid meermalen op aan de algemene moraal of de schone vorm. Door sommigen wordt hij op onvoldoende gronden vereenzelvigd met Petrus Dorlandus*, vicaris van het Karthuizerklooster te Zeelhem.

DR j. j. MAK

Lit.: Een volledige bibliografie bestaat nog niet; in de onderstaande werken echter komt men de voornaamste oudere lit. wel op het spoor: L. Willems, Elckerlyc-studiën (’s-Gravenhage 1934) > E. R. Tigg, Is Elckerlyc prior to Everyman? in Journal of English and Germanic Philology, Oct. 1939, p. 568 seq.; H. de Vocht, Everyman, a comparative study (Louvain 1947); H. J. E. Endepols, Den Spyeghel der Salicheyt van Elckerlyc, 5de dr. (Groningen-Batavia 1948); J. van Mierlo S.J., De Prioriteit van Elckerlyc tegenover Everyman gehandhaafd (Turnhout 1948); Idem, Elckerlyc, Nieuwe Bijdragen met ge-emendeerde uitgave (Turnhout 1949); J. J. Mak, Elckerlyc en Everyman in Tschr. v. Ned. Taal- en Lett. (1949), blz. 24 e.v.

< >