Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Egbert Meussen CORTENAER

betekenis & definitie

Nederlands vlootvoogd (Groningen ca 1604 bij Lowestoft 13 Juni 1665), diende tot omstreeks zijn vijftigste jaar slechts in de lagere rangen bij de zeemacht van de Nederlandse Republiek. Van 1644-1647 en van 1651-1653 was hij stuurman op het schip van de luitenant-admiraal Maarten Harpertsz Tromp, onder wie hij aan de voornaamste zeeslagen van de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) deelnam, doch in de zomer van 1653 werd hij tot diens vlaggekapitein bevorderd.

Toen Tromp kort daarop bij Terheiden sneuvelde, bleef Cortenaer, om paniek in de vloot te voorkomen, de admiraalsvlag voeren en hielp hij de naar Texel vluchtende schepen tegen de vijandelijke achtervolging beschermen. In Oct. 1653 werd hij ordinaris kapitein en zes jaar lang fungeerde hij in die rang als „raad en assistent” van Tromp’s opvolger, de onbevaren Jacob van Wassenaer-Obdam, o.a. bij een expeditie naar Danzig in 1656 en naar Denemarken in 16581659, waarvan hij zelf eerst in 1660 terugkeerde. Dat de Eendracht, het schip van Van Wassenaer, die wegens jicht nauwelijks het bevel kon voeren, zich desondanks in de zware slag in de Sont (8 Nov. 1658) krachtig heeft geweerd, was stellig het werk van Cortenaer, doch de betiteling „de ontsluiter van de Sont” in Gerard Brandt’s beroemde grafschrift wordt daarmede niet gerechtvaardigd, want leiding is er in deze chaotische zeeslag van het vlaggeschip niet uitgegaan.Op 8 Mei 1659 werd Cortenaer benoemd tot vice-admiraal bij de Admiraliteit van de Maze als opvolger van de in de Sont gesneuvelde Witte Cornelisz de With en nadat hij in 1661 en 1663 met de beveiliging van de koopvaardij langs de kusten van Noordzee en Atlantische Oceaan belast was geweest, werd hij bij het uitbreken van de Tweede Engelse Oorlog (1665-1667) — tot luitenant-admiraal bevorderd — als Derde Persoon onder Van Wassenaer en Jan Evertsen op de vloot geplaatst, met dien verstande, dat hèm, de Hollander, en niet Evertsen, de Zeeuw, het opperbevel zou toevallen, indien Van Wassenaer „iets menselijks” mocht overkomen. In de slag bij Lowestoft echter, waarin hij de voorhoede commandeerde, sneuvelde hij verscheidene uren voordat de opperbevelhebber het leven verloor.

Cortenaer, voor wie een praalgraf in de St Laurenskerk te Rotterdam werd opgericht, is na zijn dood meer geëerd dan bij zijn leven. Gelegenheid tot grote daden heeft hem door een samenloop van omstandigheden ontbroken, doch ongetwijfeld was hij een bekwaam, moedig, plichtgetrouw zeeman van een bescheiden en welwillend karakter.

DR J. K. OUDENDIJK

Lit.: J. C. M. Warnsinck, Twaalf doorluchtige zeehelden (Amsterdam 1941)-

< >