werd gesticht in 1794 te Parijs in de laatste phasen van de Franse Revolutie en is van baanbrekende betekenis geweest voor het technisch hoger onderwijs in de gehele wereld. Ook al is het schooltype vrijwel nergens buiten Frankrijk overgenomen, de denkbeelden die er aan ten grondslag lagen werden een voorbeeld voor alle landen.
Het nieuwe denkbeeld dat in de École Polytechnique tot uiting kwam, was dit, dat alle techniek op eenzelfde grondslag is gebouwd. Want, zoals Barrère het in zijn rede voor de conventie uitdrukte: „Les différents travaux de l’architecture militaire, civile et hydraulique sont tous fondés sur les mêmes principes; ils dépendent tous d’une même théorie, exigent les mêmes préliminaires.”Deze gezamenlijke grondslagen der techniek bestonden dan uit wiskunde, fysica en chemie. De École Polytechnique gaf en geeft nog alleen maar een propaedeuse. Wie deze doorlopen had, kreeg het recht om de zoveel oudere speciale scholen te bezoeken die gelegenheid voor speciale vakstudie gaven, zoals de Artillerie- en Genieschool te Metz, de École des Ponts et Chaussées en de École des Mines, beide te Parijs, de École Spéciale de Génie Maritime te Brest en de Militaire Academie te Parijs. Maar door de goede voorbereiding der „Polytechniciens” konden en moesten deze scholen haar onderwijs op een veel hoger peil brengen dan voordien.
Napoleon maakte er een militaire school van, met een generaal aan het hoofd en zij is zulks tot op de huidige dag gebleven, al kunnen ook niet-militairen er hun opleiding ontvangen. Er is echter jaarlijks maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar en om er te kunnen studeren, moet men zich aan een vergelijkend examen onderwerpen, waarbij alleen de besten de beschikbare plaatsen kunnen innemen.
Als een schooltype dat alleen de propaedeuse der technische wetenschappen onderwijst is de École Polytechnique uniek gebleven. De meeste technische hogescholen in Europa hebben deze propaedeuse in haar organisatie betrokken. Zo ook de Technische Hogeschool te Delft. Maar de grondgedachte, dat een behoorlijke kennis van wiskunde en natuurwetenschap aan de studie der technische wetenschap vooraf dient te gaan, is door alle technische hogescholen overgenomen.
IR DR A. KOREVAAR
Lit.: F. Schnabel, Die Anfänge des technischen Hochschulwesens (Karlsruhe 1925), blz. 9-17.