Katholiek humanist en theoloog, tegenstander van Luther (Egg of Eck in Zwaben, 13 Nov. 1486 - Ingolstadt 10 Febr. 1543), zoon van een boer, werd priester gewijd in 1508, doctor in de godgeleerdheid in 1510, canonicus te Eichstätt en was prokanselier te Ingolstadt, toen hij zich in 1518 in zijn Annotationes, door Luther Obelisci genoemd, tegen de stellingen van de laatste verzette. Bij een twistgesprek in 1519 te Leipzig, waaraan Karlstadt en Luther deelnamen, wekte de welbespraaktheid van von Eck de algemene bewondering.
Een levendig twistgeschrijf van von Eck met Luther en Melanchthon was het gevolg van de samenkomst. Het belangrijkste werk van von Eck was De primatu Petri adversus Ludderum. In 1520 naar Rome vertrokken, bewerkte hij de veroordeling van 41 stellingen van Luther door de bulle „Exsurge Domine”, die paus Leo X op 15 Juni 1520 uitvaardigde. Hierin werd Luther tevens met de ban bedreigd, als hij niet binnen 60 dagen herriep. De verschillende formuleringen in de pauselijke bulle zijn echter niet van von Eck, maar van de theologen der universiteit te Leuven. Vooral bestreed hij de Hervorming met grote ijver in Engeland, Nederland en Zwitserland. Na de Rijksdag te Augsburg in 1530 vervaardigde hij met enkele anderen een weerlegging der Augsburgsche Confessie, waartegen Melanchthon zijn Apologie der Confessio schreef.Bibl. o.a.: Chrysopassus (1514); De poenitentia et confessione secreta (1522); Enchiridion locorum communium adversus Lutteranos (1525); De Sacrificio missae (1526); Apologia pro principibus catholicis enz. (1541). In 1538 vertaalde v. E. de Bijbel in het Duits. Zijn strijdschriften zijn verzameld in Opera contra Ludderum (5 dln, Augsburg 1530 vlg.), waarvan echter dl III en IV nooit verschenen zijn. Zijn Homiliae werden 25 malen herdrukt. Een kleine autobiographie schreef v. E. in de Epistola de ratione studiorum suorum (1538). Verschillende van v. E.’s geschriften werden opnieuw uitgegeven in het Corpus catholicorum (dl 1, 2, 6, 13, 14, 16, 1919-’30, in laatste dl uitvoerige bibliografie).
Lit.: J. Greving, J. E. als junger Gelehrter (1906); Idem, J. E.’s Pfarrbuch für U. L. Frau in Ingolstadt (1908); A. Brandt E.’s Predigttätigkeit an U. L. Frau zu Ingolstadt (1914); H. Schauerte, Die Busslehre des J. E. (1919).