door Eleuthère Irénée Dupont* de Nemours in 1802 te Wilmington (Delaware, V.S.) op aandrang van president Jefferson opgerichte onderneming voor fabricage van zwart buskruit, sindsdien gegroeid tot een der grootste — en vooral in de wapen- en de chemische industrie befaamd geworden — industriële concerns ter wereld. Tot i8gg was de DuPont de Nemours een firma, sedertdien een „corporation”.
Tot 1857 maakte DuPont alleen buskruit: na de nieuwe vindingen van de volgende jaren op het gebied der explosieven begon men in 1880 met de fabricage van nitroglycerine en dynamiet; daarna volgden: rookloos kruit, speciale nitrocellulose voor lakken e.d. (igo4), kunstleer (igio), nitrocellulose plastics (igis), textiel met rubberovertrek (igi6). In Wereldoorlog I legde DuPont zich sterk op verfstoffen toe, om de V.S. onafhankelijk te maken van de Duitse koolteerproducten: in die oorlog leverde het concern 40 pet van het rookloos kruit voor de gehele geallieerde oorlogvoering. Door DuPont’s procédé’s voor het binden van de stikstof uit de lucht maakte DuPont de V.S. tevens onafhankelijk van Chili voor explosieven en kunstmeststoffen. In het geheel spendeerde DuPont 43 millioen dollar voor zijn koolteerproductie, alvorens er enige winst uit te halen: maar uit deze werkwijze kwamen te voorschijn diverse producten van steeds veldwinnende betekenis, met name nylon. Het concern werd leidend op het gebied van verven, rayon, plastics, electrochemische stoffen, films, insectenwerende middelen en landbouwchemicaliën. Het speelde een gewichtige rol in de chemisch-technische ontwikkeling der atoomenergie, waarvoor een speciaal fabriekscomplex ten koste van 350 millioen dollar werd gebouwd.