(pigmenten) zijn anorganische of organische verbindingen, die als grondstoffen worden toegepast bij het maken van verf. De twee meest belangrijke eigenschappen van dergelijke stoffen zijn kleur en dekkracht.
Zij worden als fijne poeders in de handel gebracht. Ter vervaardiging van verf worden zij in een bindmiddel, bijv. lijnolie, harslak, alkydhars enz. gemalen. Naast dekkende bestaan ook doorzichtige pigmenten, die voor de fabricage van beitsen en transparante lakken worden toegepast.Sommige verfstoffen, zoals loodwit, loodmenie, oker, cinnaber zijn al sedert vele eeuwen bekend. Andere, zoals zinkwit, titaanwit en de meeste organische verfstoffen zijn producten der moderne industrie.
Hier volgt een overzicht der meest belangrijke verfstoffen: Wit: zinkwit, loodwit, lithopoon, titaanwit, antimoonwit. Rood: loodmenie, ijzeroxyderood, chromaatrood, cadmiumrood. Geel: chromaatgeel, zinkgeel, ijzeroxydegeel, oker. Groen: chromaatgroen, zinkgroen, chroomoxydegroen, Bremergroen. Blauw: Berlijns blauw, ultramarijn blauw. Zwart: roetzwart, beenzwart, ijzeroxydezwart, carbon black. Daarnaast bestaat nog een reeks rode, gele en blauwe organische verfstoffen.
DR WALTER B. MAASS
Lit.: C. P. A. Kappelmeier, Moderne Lakverven (Amsterdam 1945).