(eigenlijk Port d’Urban), havenstad van Natal (Unie van Zuid-Afrika), ligt op 29°55' Z.Br. en 31°2' O.L. v. Gr. even ten Z. van de Umgenirivier op de noordelijke oever van de Baai van Natal (Durban-bay), die door een golfbreker beveiligd is en verder aan beide zijden door twee zandige landtongen wordt afgesloten („The Bluff” en „The Point”).
Door de lage breedteligging en de warme Agulhasstroom is het klimaat er vochtig en subtropisch. De temperatuurschommelingen, zowel de dagelijkse als de jaarlijkse, zijn gering. De regen valt het meest in de zomermaanden (Oct. tot en met Mrt); de jaarlijkse hoeveelheid bedraagt ca 1020 mm. De droge tijd treedt niet zo duidelijk naar voren als verder landinwaarts; de 6 wintermaanden hebben 29 pct van de totale jaarlijkse hoeveelheid neerslag.Het klimaat is dus niet ongunstig; in de zomer kan malaria echter optreden.
Durban is het grootste stedelijk centrum in Natal en wordt in inwonertal (1948 369.579 zielen, waarvan 128.382 blanken) in de Unie slechts door Johannesburg en Kaapstad overtroffen. De stedelijke bevolking bestaatuit blanken (in 1936 95.033), Aziaten (88.266), inboorlingen (68.698) en kleurlingen (7649). Het is de tweede haven (na Kaapstad) van de Unie; deze betekenis dankt de stad aan het feit dat zij de enige haven op de oostkust is tussen East London en Delagoabaai en dat er een betrekkelijk gemakkelijke verbinding met het achterland is. Durban trekt het grootste deel van de handel van Transvaal en Oranje Vrijstaat tot zich. De haven bezit de grootste graansilo van Zuid-Afrika (42.000 ton). Gedurende Wereldoorlog II werden nieuwe havenwerken voltooid.
Durban vervulde in deze jaren tevens een belangrijke rol in de voorziening van de geallieerde legers in het Middellandse-Zeegebied en eveneens in Voor-Indië.
De stad is tevens centrum van de walvisvangst op deze kust, waarvan het seizoen van Mei-Nov. duurt. De gewonnen traan wordt in de locale zeepfabrieken verwerkt. Behalve deze zijn er ook meubelfabrieken, biskwiefabrieken en jam- en conservenfabrieken. Durban is tevens het centrum bij uitnemendheid van de suikerindustrie, waarvan de grondstof door de kustvlakte van Natal geleverd wordt. Uitgevoerd worden: landbouwproducten uit het binnenland (o.a. maïs), wol, acaciabast (looistof) en steenkolen.
Durban, dat tevens een veelbezochte zeebadplaats is, is een in hoofdzaak Engels georiënteerde stad. Zij ligt tussen de haven en het bergland in. Tot de voornaamste gebouwen behoren de Town Hall, het Museum en de Art Gallery.
Vasco da Gama ontdekte in 1497 de baai. Een Nederlandse kolonie, aldaar in 1719 gesticht, verdween na korte tijd. Evenmin slaagde in 1828 een poging van de Britse luitenant Farewell tot kolonisatie en ook de republiek Victoria, in 1830 door kapitein Gardiner aldaar gesticht, kon geen stand houden. Durban werd in 1835 gesticht door en ontving zijn naam naar de toenmalige gouverneur van de Kaapkolonie Benjamin d’Urban. Eerst toen de Grote Trek uit de Kaapkolonie zich in 1835 daarheen richtte en de binnenlanden in bezit nam, werd de aandacht van de regering er op gevestigd, eensdeels, omdat zij nu de waarde van het land leerde kennen, anderdeels omdat zij die landverhuizers verwijderd wilde houden van de kust. In 1842 vestigden de Engelsen zich er voorgoed en Durban, in 1854 tot stad verheven, ontwikkelde zich in dezelfde mate als de kolonie Natal, die in 1856 van de Kaapkolonie werd gescheiden.
H. A. BOMER
Lit.: W. P. M. Henderson, D.: 50 years of municipal hist. (1904); Durban, The third largest city in the U. of S. Afr. (1925); A. F. Hattersley, Portrait of a colony (1940); Cullingworth’s Natal almanac (Durban, jaarlijks); A. H. Tatlon, Natal Province: descr. guide and off. handbook (Durban/London, jaarlijks).