Frans gereformeerd godgeleerde (Bayeux 21 Febr. 1623 - Rotterdam 2 Jan. 1692), genoot zijn opleiding te Montauban en te Saumur, en werd reeds einde 1645 aangewezen tot tweede predikant te Caen, waar hij binnen de kortst mogelijke tijd een reputatie van ongeëvenaarde welsprekendheid verwierf, die sedert nog slechts toenam. Hij wees een beroep naar de Parijse gemeente (Charenton) af.
Voor Lodewijk XIV heeft hij met anderen gepleit tegen de eerste restricties, die de vorst aan het Edict van Nantes wilde aanbrengen. Bij deze gelegenheid moet de koning tot de koningin hebben gezegd: „Madame, je viens d’entendre l’homme de mon Royaume qui parle le mieux”. De Jezuïeten hadden het zeer op de invloed van Du Bosc voorzien, wat hem enige jaren verbanning uit Caen gekost heeft; een aanval op Du Bosc door de aartsbisschop van Parijs in 1670 werd door de koning niet geaccepteerd. Toch werd hij Juni 1685 uit Caen verbannen. Hij verliet het land, nog vóór de eigenlijke herroeping van het Edict van Nantes en werd, na uitnodigingen naar Engeland en Denemarken afgewezen te hebben, 28 Oct. 1685 predikant bij de Waalse gemeente te Rotterdam tot zijn dood.Met ongeveer 200 andere uit Frankrijk gevluchte predikanten was hij op de Waalse Synode te Rotterdam en ondertekende er de gevraagde verklaring van rechtzinnigheid (zie Livre synodal, II, p. 4). Pierre Bayle noemde hem de grootste prediker van zijn tijd onder de Gereformeerden. In druk liet hij alleen een aantal preken na; die over Openbaring 3: 15 en 16 is nog in 1745 in het Nederlands vertaald. Men vindt ze, met een manuscript van zijn hand, in de Bibliothèque Wallonne te Leiden.
PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK
Lit.: P. le Gendre, La vie de Pierre du Bosc (1694); La France protestante, V, 540-551; G. Laforgue, Pierre du Bosc. Thèse (Montauban 1883).