Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DRIEKONINGENFEEST

betekenis & definitie

officiële naam in de Katholieke Kerk: Epiphania = verschijning, nl. van de Heer, d.i. bekendmaking aan de Wijzen uit het Oosten, die Hem niet lang na Zijn geboorte in Bethlehem kwamen bezoeken (Matth. 2), wat aanleiding werd tot de kindermoord door Herodes en de vlucht naar Egypte. De traditie maakte er Koningen van ten getale van drie, onder wie één zwarte, vanwege de drie gaven: goud, wierook en myrrhe.

De Wijzen zijn vertegenwoordigers van de heidenen, zoals de herders van Kerstnacht het waren van het Joodse volk. Het feest valt op 6 Jan. en is van Oosterse oorsprong. Het wordt voor het eerst vermeld bij Clemens van Alexandrië, begin 3de eeuw; er heeft nu in de 4de-5de eeuw een omruil wederzijds plaatsgevonden met het Kerstfeest van het Westen. Buiten het bezoek van de Wijzen wordt op die dag tegelijk gevierd de doop van Christus in de Jordaan en het eerste wonder te Cana, waar water in wijn werd veranderd, alle drie verschijningen of openbaringen van de Heer in Zijn Godheid. In het Oosten komt in de liturgie van dit feest meermalen het begrip van licht naar voren, naar aanleiding van de ster, die de bezoekers voorging, wat wordt toegepast op het Goddelijk Kind, het Licht der wereld. In verband met de doopviering van Christus was het ook de officiële doopdag, wat het Westen niet overnam.In de kerken der Reformatie is het Driekoningenfeest verdwenen of geheel op de achtergrond geraakt. In het huidig streven naar liturgische vernieuwing dezer kerken wordt echter in vele kerken weer meer aandacht gewijd aan dit thema als onderdeel van de Verschijning des Heren (Epiphanie, 6 Jan.), met name in de prediking.

In de volksmond wordt het feest Dertiendag (d.w.z. 13 dagen na Kerstmis), Zwölften en Twelfthnight genoemd. De Germanen hadden vrees voor de dertien nachten tussen Kerstmis en Driekoningen, wegens het rondwaren van geesten. Vandaar het gebruik van het slaan met zwepen, om de geesten te verdrijven en vruchtbaarheid op te wekken, het lopen met fakkels en lantaarns, waarbij de kinderen ter herinnering aan de drie Koningen papierkronen opzetten, een verlichte ster aan een stok dragen en een sterrelied zingen, wat in Brabant, Limburg en Vlaanderen nog voorkomt, tot voor kort ook elders in Nederland (o.a. in Groningen en de Zaanstreek). In Zuid-Duitsland en in Oostenrijkse kloosters worden de beginletters van de namen der Koningen, Caspar, Melchior en Balthasar, op de binnendeuren geschreven, wat wel in verband staat met de officiële afkondiging van de beweeglijke feesten van het jaar onder de Hoogmis, hetgeen nog plaatsvindt in vele abdijen. Nog bestaat in het Zuiden de gewoonte, met Driekoningen het zgn. Driekoningenbrood (of de bonekoek) te eten, waarin een boon is gebakken. Wie bij de maaltijd het stuk met de boon krijgt is koning en moet tracteren. Ook wordt de Koning wel aangewezen door de Koningsbrief (of trekbrief), die deel uitmaakt van een serie van 16 plaatjes, waarvan ieder lid van het gezin of van een gezelschap er een moet trekken. In Italië wordt deze dag gevierd als ons Sinterklaasfeest.

Lit.: C. C. van de Graft, Driekoningen in onze volksgebruiken, in: Historia VII (1941).

< >