is de naam van een gebakken steen van een bepaald formaat. Ter wille van een behoorlijk metselverband zijn er stenen nodig, die de grootte hebben van drie vierde delen van een normale metselsteen.
Dergelijke stenen noemt men drieklezoren. Doorgaans kapt de metselaar met zekere vaardigheid de voor het verband benodigde drieklezoren van de aanwezige gehele stenen; sommige steenbakkerijen leveren evenwel drieklezoren op maat, vnl. in de zeer harde metselsteensoorten.