Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

Dominique jacques de EERENS

betekenis & definitie

Nederlands militair en koloniaal bewindsman (Alkmaar 17 Mrt 1781 - Buitenzorg 30 Mei 1840), nam in 1799 deel aan de veldtocht in Noordholland. Ook de krijgsbedrijven in Duitsland woonde hij bij (I8OO-’OI), waar hij om zijn moedig gedrag tot 2de luitenant werd benoemd.

Vlug doorliep hij de hogere rangen: 1809 werd hij luitenant-kolonel, 1810 chef de bataillon bij de Franse garde. Na in 1812 tot ridder van het Franse keizerrijk te zijn geslagen, werd hij nog in hetzelfde jaar kolonel bij de generale staf der keizerlijke garde (te Smolensk) en in 1813 chef van de generale staf der artillerie van het 10de korps. 24 Jan. 1814 verliet hij het Franse leger om 29 Jan. reeds in Nederlandse dienst over te gaan. 21 Apr. 1815 werd hij generaalmajoor. 5 Sept. 1834 ontving hij de benoeming tot Luitenant-Gouverneur-Generaal. In Indië aangekomen nam hij in 1835 zitting in de Raad van Indië en aanvaardde in 1836, na het aftreden van Baud, het ambt van Gouverneur-Generaal. Onder zijn bewind kwam een eind aan de Padri-oorlogen. Hij voerde nauwgezet de inzichten van Van den Bosch uit. Van zijn bestuur ging weinig zelfstandigheid uit; het werd gekenmerkt door de zorg voor de uitbreiding der Gouvernements-cultures.Lit.: Van Rhede v. d. Kloot, De Gouv.-Gen. en Comm. Gen. van Ned.-Indië (’s-Gravenhage 1891).

< >