Hongaars componist, pianist en dirigent (Pressburg 27 Juli 1877), studeerde bij Thornan en Koessler te Boedapest en enige tijd bij Eugen d’Albert, ontwikkelde zich snel tot een pianist van formaat, werd benoemd tot pianoleraar en in 1908 tot professor aan de Hochschule für Musik te Berlijn. In 1919 werd hij directeur van de muziekhogeschool te Boedapest en hoewel hij enige maanden later reeds door von Hubay werd vervangen, bleef hij in Boedapest werkzaam als pianopaedagoog en als dirigent van de philharmonie.
Als pianist en als dirigent maakte hij concertreizen, o.m. door Amerika en Europa, waarbij hij ook in Nederland als gastdirigent met het Concertgebouworkest optrad.Dohnanyi is een begaafd en vruchtbaar componist, de exponent van de traditionele romantiek in Hongarije, niet buiten de invloedssfeer tredend van Brahms, Liszt en Strauss.
Composities: de opera’s „Der Turm der Wojwoden”, „Der Tenor” en „Tante Simona”; het ballet „Der Schleier der Pierrette”; voor orkest 2 symphonieën, ouverture, suite, een aantal werken voor soli en orkest o.m. 2 piano-concerten; kamermuziek: een strijksextet, 2 pianokwintetten, 2 strijkkwartetten, een strijktrio, 2 cellosonates, een vioolsonate; liederen en pianomuziek, o.m. 4 rhapsodieën en de ook voor orkest gezette suite „Ruralia Hungarica”.
