Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DOBROEDSJA

betekenis & definitie

(Roemeens: Dobrogea), provincie en landschap tussen Donau en Zwarte Zee, omvat de Donau-delta en de ten Z.W. er van gelegen hoogvlakte, bestaande uit een met löss bedekte oude gebergteromp, in twee delen verdeeld door de Karasu-laagte, waardoorheen de spoorlijn Constantsa-Cerna Voda loopt en bereikt in de Tutujat (de hoogste top van het uit gneis bestaande Macingebergte) een hoogte van 456 m (zie de kaart bij het artikel Balkanschiereiland). Ten Z. daarvan ligt het vnl. uit leigesteente bestaande woudgebergte van Babadagh met de Sultan Bair (392 m).

Aan de oostkust liggen vele visrijke lagunen met talrijke zoutpannen; de kale, boomloze hoogvlakte draagt een steppenkarakter en was vroeger uitsluitend voor de veeteelt (vooral schapen), thans ten dele ook voor de akkerbouw in gebruik. Het klimaat is droog. De Z.O. Dobroedsja heeft minder dan 40 cm neerslag per jaar. De bevolking bestaat uit Roemenen, Bulgaren en Turken. De voornaamste haven is Constantsa, met uitvoer van graan en aardolie. Op 23 Mrt 1854 trokken de Russen bij Braïla, Galatz en Toeltsja over de Donau, veroverden Mâcin, overschreden 2 Apr. de Trajanuswal en maakten daardoor de sterke stelling van het Turkse leger onder Omar Pasja nutteloos. In de nazomer van 1854 leed hier een Franse divisie onder generaal Espinasse op een tocht door de Dobroedsja gevoelige verliezen. Bij de vrede van San Stefano (3 Mrt 1878) werd de Dobroedsja door de Porte aan Rusland en door laatstgenoemde tegen teruggave van Bessarabië aan Roemenië afgestaan. Door de vrede van Boekarest (1918) kwam Bulgarije in het bezit van de Zuidelijke Dobroedsja, die het bij de vrede van Neuilly (1919) echter weer moest afstaan aan Roemenië. Bulgarije hield echter niet op, zijn aanspraken op dit gebied, waar Bulgaren in de meerderheid zouden zijn, te herhalen. Het had succes, toen Roemenië in Sept. 1940 door Duitsland zowel als Rusland werd gedwongen, de Zuidelijke Dobroedsja weer aan Bulgarije af te staan (Verdrag van Krajowa). De vrede van Parijs (1947) bevestigde deze afstand.

H. A. BOMER

Lit.: R. Vulpe, La Dobroudja à travers les siècles (Bucarest

1939).

< >