ook Aldietse Beweging genoemd, is een van de 19de-eeuwse stromingen van de Vlaamse Beweging, waarvan de taalverwantschap tussen het Nederlands en het Platduits de basis was. Deze verwantschap, die reeds door J.
F. Willems werd aangevoeld, werd ca 1845 door V. H. Delecourt (H. van den Hoven) en P. Lebrocquy speciaal beklemtoond. De beweging, die enige steun vond in de sterke Platduitse beweging met Fritz Reuter en Klaus Groth, kende in C. J. Hansen (1833-1910) haar grootste bezieler. Naar Delecourt’s voorbeeld komt hij op voor een spellingsysteem, dat een gemeenschappelijke letterkunde zou gegeven hebben aan de zowat 20 millioen Vlamingen, Nederlanders en Nederduitsers die tussen de Kwinte en Koningsbergen woonden.Op congressen en vergaderingen, evenals in zijn geschriften, spande Hansen zich in om deze stelling te bewijzen. In de door hem ontworpen spelling, die hij alleen gebruikte — zelfs zijn goede vriend en medestander Klaus Groth bediende er zich niet van — bracht hij tal van gedichten en prozawerken over. In sommige Duitse kringen vond Hansen wel gehoor, ter wille van de politieke mogelijkheden die het consequent doorvoeren van zijn thesis bood. Onder zijn overtuigde medestanders tellen we de Deen C. Rosenberg, de Nederlanders Joh. Winkler en de gebroeders Leopold, de Vlamingen H. Sermon, dr de Paepe en Karel de Flou. De grootste tegenstand ontmoette Hansen in Vlaanderen; van deze tegenstand waren J. F. Heremans en Prayon van Zuylen de vaandeldragers. Op het einde van zijn leven gaf Hansen de strijd op.
Voor Dietse Beweging in de zin van streven naar bevordering van de eenheid tussen Noord- en Zuid-Nederland zie Groot-Nederlandse gedachte.
DR P. DE VROEDE
Lit.: P. Lebrocquy, Analogies linguistiques. Du Flamand dans ses rapports avec les autres idiomes d’origine teutonique (Bruxelles 1845); C. J. Hansen, Reisbrieven uit Dietschland en Denmark (Gent 1860); Idem, De uitgebreidheid onzer Moederspraak (Gent 1893). Talrijke sporen van de Dietse Beweging vindt men verder in de Handelingen van de Ned. Taal- en Letterkunde-Congressen, 1859 vlgg. en in de N.en Z.-Nederlandse en Platduitse tijdschriften van de 19de eeuw sedert de jaren 1840-’50. Te vermelden zijn ook Joh. Winkler, Alg. Nederduitsch en Friesch Dialecticon, I-II (Den Haag 1874); J. A. en L. Leopold, Van de Schelde tot de Weichsel (Groningen 1876).