Vlaams taalkundige (Brugge 9 Juli 1853 - 27 Juni 1931), was beambte, bureauen sectiechef op het Provinciaal Bestuur van West-Vlaanderen (1876-1920); lid van de Kon. Vlaamse Academie (1887) en van de Kon.
Comm. voor Toponymie en Dialectologie (1926); doctor honoris causa Universiteit Leuven (14 Febr. 1928). Geschiedenis, oudheidkunde en taalstudie waren bij deze autodidact de voorbereiding tot zijn levenswerk, onomastiek en toponymie; gestimuleerd werd hij door de werken van G. Kurth. Op zijn naam staan sedert 1883 talloze oudheidkundige aantekeningen. Zijn taalkundig standaardwerk, het Woordenboek, is een merkwaardige prestatie. Het bevat ca 380 000 aantekeningen over Vlaamse, Zeeuwse en Franse toponiemen verzameld uit archief en volksmond, alphabetisch geordend met variantenapparaat en onschatbare gegevens ter verklaring of vergelijking,DR L. DE MAN
Bibl. (voorn, werken): Woordenboek der Toponymie van Westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, uitg. Kon. VI. Ac., dl I en II, Gent 1914-1921; dl III-XII, Brugge 1923-1931; dl XIII-XVIII, Brugge 1932-1938, deze laatste reeks werd na de dood van De Flou bezorgd door J. De Smet; Geschiedenis der Kerels van Vlaanderen (Brugge 1877); Die Bedudinghe naden sinne van Sunte Augustyus Regule (Gent 1901); Verslag.... houdende beschrijving der hss….. in Engeland onderzocht (uitvoer. catal. der Mnl. hss. samen met E. Gailliard) (Gent 1895, 1896, 1897).
Lit.: J. Mansion, in: Annales Soc. Emulation (1915-’22); Eg. I. Strubbe, in: Meded. VI. Toponym. Vereniging (1928), in: Annales Soc. Emulation (1931), in: Album prof. dr Fr. Bauer (1948); H. J. van de Wyer, in: Mededelingen VI. Top. Ver. (1932) ; Huldebetoon ter eere van Karel de Flou, ter gelegenheid van zijn 75ste verjaring ,1853-1928 (1928).
