Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DIADEEM

betekenis & definitie

(Gr.: διáδημα, diadèma), noemt men de haarband of hoofdwrong van zijde, wol of linnen, waarmede de vorsten uit de Oudheid zich sierden. Hij was smal, met enige meerdere breedte vóór het voorhoofd.

Die van de Egyptische koningen was met een slang versierd en die van Dionysos, doorgaans kredemnon genoemd, bestond uit een band met van het achterhoofd neerdalende uiteinden. De Perzen slingerden de blauwe, met wit doorwerkte diadeem om de tulband. De eerste Romeinse keizers droegen geen diadeem, omdat het volk een afkeer had van alle tekens, die aan de koninklijke waardigheid herinnerden. Diocletianus bracht hem in gebruik; in het Byzantijnse rijk werd hij met paarlen en edelgesteenten versierd. Later ontwikkelde zich daaruit de vorstenkroon.In de wapenkunde geeft men de naam diadeem aan de halve cirkels van goud, die in de vorstelijke kronen uit de gouden hoofdring oprijzen.

< >