Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DIONYSOS

betekenis & definitie

ook Bakchos (Latijn Bacchus) genoemd, was een Thracische god, wiens dienst zich reeds zeer vroeg, vermoedelijk reeds vóór het einde van de Myceense tijd, in Griekenland verbreidde, en wel, naar wij mogen aannemen, langs twee verschillende wegen. Enerzijds drong Dionysos uit Thracië langs de landweg via Macedonië door in Midden-Griekenland, waar vooral Thebe in Boeotië een uitgangspunt van zijn verering werd.

Anderzijds namen de nauw aan de Thraciërs verwante Phrygiërs de god mee naar Klein-Azië (ca 1200 v. Chr.), vanwaar hij over de eilanden van de Egeïsche zee naar Griekenland kwam. Sommigen zijn van mening, dat men daar, waar midden in de winter feesten voor Dionysos gevierd worden, te maken heeft met de „Thracische” god, terwijl lentefeesten zouden wijzen op de „Aziatische” Dionysos.De verering van Dionysos was vooral onder de landelijke bevolking algemeen. Te zijner ere trokken de vrouwen met loshangende haren, bekranst met klimop, de thyrsos, een met klimop en wingerdranken omwonden staf in de hand, in onstuimige optocht (thiasos) naar de bergen, waar ’s nachts bij fakkellicht feesten werden gevierd, die gepaard gingen met wilde dansen en jubelkreten, waarbij de deelneemsters (Bacchanten of Maenaden) in extase geraakten en de god in zich voelden, waarbij zij in vervoering honing en melk meenden te scheppen uit de rivieren en bokjes en hinden slachtten om het vlees rauw te verslinden. Andere feesten voor Dionysos werden echter meer in de gewone gang van de staatscultus ingeschakeld (zie Dionysia). Terwijl Dionysos in de eerste plaats de god was van de orgiastische feesten waarbij de mens zich één voelde met de natuur, werd hij in het bijzonder de god van de wijn. Doch ook in geheel andere richting heeft Dionysos zich ontwikkeld. In de Dionysos-mysteriën kreeg hij grote betekenis voor het leven hiernamaals. Vooral in de leer van het voor de geschiedenis van de Griekse godsdienst zo belangrijke Orphisme was hij de centrale figuur (zie Orpheus). Ook werd hij opgenomen onder de goden die bij de Eleusinische mysteriën vereerd werden. Hier werd hij vereenzelvigd met Iakchos. Elders weer, in Klein-Azië, werd zijn dienst verbonden met die van Cybele en van Sabazios.

Van Dionysos spraken vele mythen. Zo verhaalde men te Thebe van zijn geboorte uit Semele. Elders gold als zijn geboorteplaats Nysa, een wonderland, dat men in verschillende streken, maar na de tocht van Alexander de Grote bij voorkeur in Indië zocht. Men geloofde dat hij van daar als veroveraar de aarde was rondgetrokken in een wagen bespannen met leeuwen en tijgers, omstuwd door een schare van Maenaden en Satyrs, waaronder zich ook zijn oude leermeester Silenos bevond. Bekend is ook het verhaal over de gruwelijke bestraffing van koning Pentheus, die de invoering van de dienst van Dionysos trachtte te verhinderen. Een andere mythe schilderde, hoe de god, gevangen genomen door Tyrrheense zeerovers, het schip deed stilstaan; wijnranken slingerden zich om mast en roer, de bevreesde rovers sprongen over boord en werden in dolfijnen veranderd. Weer andere verhalen vertelden van Dionysos’ ontvangst bij Ikarios in Attica of van zijn vereniging met Ariadne op Naxos.

Van de landschappen en steden waar Dionysos bijzondere eer genoot, noemen wij behalve Boeotië en Naxos nog Delphi en Attica. Te Delphi werd hij te zamen met Apollo vereerd. De wintermaanden waren hem gewijd. Dan trokken zijn vrouwelijke volgelingen, de Thyiaden, naar de Parnassos. Blijkbaar hebben de priesters van Delphi, toen de orgiastische verering van Dionysos onweerstaanbaar opkwam, uit overwegingen van godsdienstpolitiek hem een plaats naast Apollo gegeven.

Te Athene werd zijn dienst krachtig bevorderd door Pisistratus, die hiermee bij de plattelandsbevolking in het gevlij wilde komen en tevens door de indrukwekkende feesten ter ere van de god luister wilde bijzetten aan zijn eigen regering. In verband met deze feesten ontwikkelden zich tragedie en comedie. Van Athene uit heeft het drama zich toen verbreid overal waar Grieken woonden (zie Dionysia en Drama). Zo is het gekomen, dat de aan Dionysos gewijde openluchttheaters behoren tot de meest kenmerkende bouwvallen van de steden uit de Grieks-Romeinse Oudheid.

In de beeldende kunst stelde men Dionysos in de oudere tijd gewoonlijk voor als een gebaard man in de kracht van zijn leven (vgl. illustratie). Sinds de dagen van Praxiteles werd hij echter vaak afgebeeld met jeugdige gelaatstrekken en met een reevel over de schouder, terwijl hij de thyrsos als staf in de hand houdt. Klimop en wijnrank zijn hem gewijd. Bekend zijn uit de Oudheid talrijke afbeeldingen op vazen en, als beeldhouwwerk vooral te Rome een jonge Bacchus met satyr en in het Louvre Silenos met Dionysos als kind op zijn arm. Een grote kop van Dionysos uit de Hellenistische tijd is een van de pronkstukken van het Museum van Oudheden te Leiden. Uit later tijd zijn te noemen het beeld van de dronken Bacchus van Michelangelo en schilderijen van 17de-eeuwse meesters als Rubens, Van Dijck, Jordaens e.a. (zie Bacchanaliën).

DR W. WIERSMA

Lit.: E. Rohde, Psyche II, 1 vlgg.; W. Otto, Dionysos (1933).