Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DEMER

betekenis & definitie

95 km lange, O.W. gerichte, rivier van het stroomgebied van de Schelde, ontspringt bij Tongeren in de Belgische prov. Limburg, vloeit in de Dijle bij Werchter.

Haar bovenloop bestaat uit een net van talrijke waterloopjes Z.N. en N.Z. en wordt beheerst door de waterscheiding te Eigenbilzen, tussen het stroomgebied van de Maas en dat van de Schelde, waar het Albertkanaal doortrekt.De Demer is een laagvlakterivier met zeer gering verval, 0,02 m per mille; bij Diest stroomt zij door een pas van Diesterse limoniet-zandsteen en tot bij Werchter beschrijft zij zwervende meanders op een opvullingsvlakte. Uit hoofde van haar gering verval was de rivier vroeger bevaarbaar en kon Diest in de middeleeuwen een bloeiende textielnijverheid ontwikkelen. Ook Aarschot haalt er economisch nut uit. Haar loop werd in latere tijd recht gemaakt door het verminderen van de meanders. De laatste boot voer de Demer op in 1914. Een ontwerp van het Albertkanaal voorzag dat dit laatste deels door de Demer zou lopen.

< >