in de bibliografische systematiek is een systeem, ontworpen door de Amerikaanse bibliothecaris Melvin Dewey in 1876 en wordt daarom ook „Deweysysteem” genoemd. Het is gebaseerd op de internationale verstaanbaarheid van cijfers en de ontwerper hoopte daardoor internationale navolging te bereiken.
Hij deelde het gehele gebied van de wetenschappen in 10 klassen in en gaf daaraan de cijfers o—9. 0 = algemene werken,1 = wijsbegeerte,
2 = godsdienst,
3 = sociale wetenschappen,
4 = taalwetenschappen,
5 = exacte wetenschappen,
6 = toegepaste wetenschappen,
7 = kunst,
8 = letterkunde,
9 = geschiedenis, aardrijkskunde, levensbeschrijvingen.
Iedere klasse werd in 10 afdelingen verdeeld, iedere afdeling opnieuw in 10 rubrieken, eveneens aangeduid door de cijfers 0—9. Zodoende verkreeg hij 1000 rubrieken. In de practijk bleek dit aantal spoedig te weinig; de 2de uitgave, die door de samenwerking van tal van specialisten in 1886 verscheen, was reeds tot 10 000 rubrieken uitgebreid, waarop een alphabetisch register van ca 22 000 onderwerpen gemaakt was. Iedere nieuwe druk werd sterk uitgebreid; in 1927 verscheen een 12de editie.
Telde de 1ste uitgave van 1876 slechts 12 blz. indeling en 18 blz. register, de 10de uitgave van 1919 omvatte 513 blz. indeling en 372 blz. register. Als voorbeeld van bewerking geldt het volgende: 3 = sociale wetenschappen, 33 = staathuishoudkunde, 331 = arbeid en kapitaal, 331.2 = beloning voor arbeid (salaris, lonen, enz.), 331.23 = methoden van uitbetaling, 331.232 = per uur, dag, week, maand, jaar. Hoog geprezen om de internationale verstaanbaarheid, om de filosofische en logische opbouw, om de eenvoud, de kortheid, het doorschijnende van het systeem (de betekenis aan sommige cijfers toegekend blijft steeds dezelfde) en om de mogelijkheid van voortdurende uitbreiding (door achtervoeging van nieuwe decimalen), maar ook scherp becritiseerd en afgebroken wegens het starre van een 10-delige indeling, wegens ongelijkwaardigheid van rubrieken, die uiterlijk gelijkvormig zijn aangeduid, wegens de mogelijkheid van verouderen en de onmogelijkheid de cijfers van de rubrieken uit het hoofd te onthouden, heeft hetdecimaalsysteem toch een wereldreputatie gekregen en is veelvuldig toegepast (volgens American Library Association Bulletin 1926 in meer dan 14 000 plaatsen); in de meeste landen buiten Amerika evenwel steeds gewijzigd. Belangrijke propaganda voor het systeem werd gemaakt op het internationale bibliografische congres te Brussel in 1895.
Bij de oprichting van het „Institut International de Bibliographie” werd nl. besloten het Dewey-systeem tot grondslag te nemen voor het door dat instituut te bewerken universeel bibliografisch repertorium. In 1905 verscheen Manuel du Répertoire Bibliographique Universel, dat een dusdanige uitbreiding van het Deweysysteem was, dat van het „Brusselse systeem” werd gesproken. Van 1927-1929 verschenen 3 dln van een nieuwe bewerking onder de titel Classification Dêcimale Universelle. De bewerking geschiedde hoofdzakelijk in Nederland. De aanduiding „Brussels systeem” maakte plaats voor „Universele Decimale Classificatie” (U.D.C.).
De bovengenoemde 3 dln bevatten te zamen 50 000 rubrieken. Het register met de tabellen van de algemene hulpgetallen verscheen in 1931 als vierde deel. De redactie werd vervolgens toevertrouwd aan een internationale commissie voor universele classificatie, waarvan het secretariaat aanvankelijk te Deventer, later in Den Haag was gevestigd. De evengenoemde tweede uitgave werd gevolgd door een derde uitgave in de Duitse taal, een vierde in de Engelse taal en een vijfde wederom in de Franse taal.
De Duitse uitgave (3de uitgave") is thans welhaast beëindigd. In een tiental andere talen verschenen verkorte uitgaven o.a. ook in het Nederlands. Voorts zijn er tal van speciale uitgaven op speciale vakgebieden. Het aantal rubrieken overschrijdt verre de 100 000, het aantal medewerkers was meer dan 500.
De toepassingen liggen niet alleen op het gebied van de bibliografie maar ook op dat van de beheersdocumentatie, het archiefwezen enz.
IR F. DONKER DUYVIS
Lit.: C. Diesch, Katalogproblem und Dezimal Klassifikation (1929); H. E. Bliss, The Organisation of Knowledge in Libraries (i933)j F.
Donker Duyvis, Reports on the Commission Internationale de la Classification Universelle, nos I-XVII (19271948); O. Frank, Die Dezimalklassifikation. Zweck, Aufbau und Anwendung (Berlin 1946); F. Steggerda, Beheersdocumentatie.
Methoden en Toepassingen (’s-Gravenhage 1939); Universele Decimale Classificatie, verkorte Nederl. uitg., 6de dr. (1947), verzorgd d. h. Ned. Inst. voor Docum. en Registratuur.