Frans essayist en historicus, zoon van Ludovic Halévy* (Parijs 12 Dec. 1872), streed tijdens de Dreyfus-crisis naast Charles Péguy* en werd diens medewerker aan de Cahiers de la Quinzaine. Hij trachtte zo objectief mogelijk de verschillende uitingen van de Franse geest te bestuderen door enquêtes, welke uitmuntten in betrouwbaarheid van documentatie en perfectie naar de vorm.
Te voet doorkruiste hij Midden-Frankrijk en getuigde dan van zijn liefde voor het boerenland en zijn verontrusting als hij constateert hoe dit wordt ontvolkt. Lang getrouw aan het ideaal van de Revolutie, dat hij bestudeerde in zijn verschillende manifestaties van Vauban tot Nietzsche, wist hij ook recht te doen wedervaren aan het œuvre van een Charles Maurras*. Hij is trouwens in zijn latere geschriften sceptischer tegenover de politieke democratie. Als leider van de Cahiers Verts heeft hij tal van jongere letterkundigen gelegenheid gegeven zich te uiten.DR R. WIARDA
Bibl.: o.a.: Essai sur le mouvement ouvrier en France (1901); Histoire de quatre ans 1997-2001 (1903); Le Travail du Zarathoustra (de Nietzsche) (1909); La Vie de Fr. Nietzsche (1909); La Jeunesse de Proudhon (1913); Quelques nouveaux Maîtres (1914) ; Charles Péguy et les Cahiers de la Quinzaine (1918, n. éd. 1941) ; Le Courrier de M. Thiers (1920) ; Visite au Pays du Centre (1921) ; Vauban (1923) ; Jules Michelet (1928) ; La fin des notables (1930) ; Clemenceau (1930) ; Lettres du Périgord (1930) ;Décadence de la Liberté (1931) ; Courrier de Paris (1932) ; Courrier d’Europe (i933); La République des Comités (1934); La République des Ducs (1937) ; Une Année d’histoire (1938) ; Histoire d’une histoire (i939); Trois Epreuves 1814-1871-1940 (1941); Nietzsche (i944)> Proudhon d’après ses carnets inédits 1843-1847 (1944) ; La Vie de Proudhon t. I (1948).
Lit.: F. Lefèvre,Une heure avec... I (1924) ; R. de Traz, D. H. (Revue de Paris, 1er mai 1933); H. Clouard, Hist. de la litt. fr. du Symbolisme à nos jours II (1949).
