Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CONSULAAT VAN DE ZEE

betekenis & definitie

is een oud rechtsboek betreffende de zeevaart. De herkomst ligt enigszins in het duister.

Hoewel men wel getracht heeft het een hogere ouderdom toe te schrijven, is het niet waarschijnlijk, dat het opgesteld werd vóór de 14de eeuw. Vermoedelijk is het als zodanig van Spaanse oorsprong en moet men deze vnl. zoeken te Barcelona. Het oudste handschrift, dat men er van bezit, bevindt zich te Parijs; het is ouder dan 1484, doch jonger dan 1436. De oudste uitgave in druk, die bestaat, is van 1494; zij stamt uit Barcelona.

De Amsterdamse koopman Adriaen Verwer vertelt in zijn Nederlants seerechten, dat hij in 1697 bezoek kreeg van een Zweed, die hem een boekje vertoonde, dat zelf zeide in te houden „then gambla Giotlandtzka Sioeraetta finden i Roma 1522”, en hetwelk uit 138 artikelen bestond, die hem bleken een treffende, soms zelfs letterlijke gelijkenis te vertonen met de belangrijkste uit het „Consulaat van de Zee”. Hij leidde hieruit af, dat dit laatste in wezen een vertaling was van Oudzweeds zeerecht (blz. 50-60), doch deze opvatting is weinig aannemelijk.Brengt men het „consulaat van de zee” in verband met Barcelona, dan dringt dit er toe de Catalaanse tekst te houden voor de meest echte. Westerveen heeft het in 1704 op fraaie wijze uitgegeven met links de veel gebruikte Italiaanse tekst en rechts de Nederlandse vertaling ervan; met uitzondering van het laatste deel, dat hij in het Catalaans afdrukte.

Een enkelvoudig werk is het niet. Het begint met een aantal voorschriften van procesrechtelijke aard voor zeezaken, te berechten in Valencia, met tot slot een „cap. 42”, dat een eedsformulier inhoudt voor advocaten aldaar en op Majorca; dit deel eindigt met de woorden: „qui finisce l’ordine giudiciario della corte dei consoli.” Na een „cap. 43” „delle misure d’Alessandria” (van de maten van Alexandrië) begint in „cap. 44” het hoofdbestanddeel, dat zichzelf aldus aankondigt: „Qui cominciano i buoni costumi del mare”, of in het Catalaans: „Aci comemcen les bones costumes de la mar”; dit loopt door tot „cap. 294”. Er achteraan hangt een reeks regelen over kaapvaart, waarna de Catalaanse tekst zegt: „Aci acaba lo

libre vulgarment appellat de consolat, en lo qual son los capitols, e leys, e bones ordinacions, que los antichs ordenaren per los fets maritims, e mercantinols: e encara en fets de cors, o armada”. Het geheel is weinig stelselmatig, met name ook het belangrijke middenstuk: „Tout est entassé pêlemêle et comme au hasard” (Desjardins); het is vervaardigd door een „middelmatige samensteller”, die „slechts lapwerk leverde” (Goudsmit).

Het gezag van het „consulaat van de zee” is vooral in de Middellandse Zee zeer groot geweest, maar ook daarbuiten heeft het opgeld gedaan; het gold, hier meer, daar minder, als een soort algemeen stuk zeerecht. „Aucun document”, schrijft Desjardins (blz. 60), „n’égale en importance, pour l'histoire du droit commercial maritime, le consulat de la mer”. Ook in Nederland deed men er bij tijd en wijle een beroep op; tot de samenvatting van het zeerecht in een wetboek van koophandel (eerst in 1811 het Franse, daarna sinds 1838 het Nederlandse) het naar de achtergrond schoof. In hoeverre men er in Nederland mee te rade is gegaan, valt niet met nauwkeurigheid te zeggen. Olivier plaatst het als rechtsbron na de ordonnantiën van 1549, 1551 en 1563 en het Romeinse recht (Het zeeregt van vroegeren en lateren tijd, blz. 172); Van der Linden zwijgt er merkwaardigerwijze van (Regtsgeleerd, practicaal en koopmanshandboek, blz. 459) en het genoot dus op het eind van de 18de eeuw in de rechtspraak waarschijnlijk geen grote belangstelling meer.

Toch heeft het ook in Nederland stellig invloed uitgeoefend, rechtstreeks en middellijk (zie Goudsmit, Geschiedenis van het Nederlandsche zeerecht, blz. 50).

PROF. MR R. P. CLEVERINGA

Lit.: Pardessus, Collection des lois maritimes antérieures au 18e siècle, II, blz. 1-360 (alwaar ook de Catalaanse tekst van het middenstuk met een Franse vert. staat afgedrukt: blz. 49-360); Desjardins, Introduction historique k l’étude du droit commercial maritime, blz. 60 e.v.; Goudsmit t.a.p., blz. 42-51; F. Valls i Taverner, Consolat de Mar (Barcelona 1930-33).

< >