(1, wiskunde). Aldus noemt men in de vlakke meetkunde een figuur bestaande uit a rechte lijnen en b punten, die zodanig gelegen zijn, dat iedere rechte c punten bevat en ieder punt op d rechte lijnen ligt, waaruit volgt, dat ac gelijk moet zijn aan bd. Zij wordt voorgesteld door het symbool (ac, bd), waarbij evenwel in aanmerking genomen moet worden, dat niet ieder symbool ook een meetkundig realiseerbare configuratie voorstelt (als dat niet het geval is, bijv. voor het symbool [73 , 73] spreekt men van een schematische configuratie).
Zeer veel bestudeerd zijn o.a. de configuraties (9a , ga) (configuratie van Pascal), (103,103) (configuratie van Desargues), (203,154) (configuratie van Hesse).Ook in de stereometrie spreekt men van configuraties en men verstaat daaronder een systeem van punten, stralen en vlakken, wier onderlinge incidenties dezelfde aantallen vertonen, terwijl men dit begrip ook tot de meerdimensionale meetkunde heeft uitgebreid.
De leer der configuraties is het eerst systematisch bestudeerd door A. Cayley in het midden der 19de eeuw, terwijl ook Th. Reye veel daartoe heeft bijgedragen. Zij staat in het nauwste verband met de theorie der groepen.
Lit.: Enzycl. der math. Wissenschaften III, I (Leipzig).
(2, sterrenkunde) wordt gebruikt in dergelijke zin als constellatie, de relatieve stand van planeten, satellieten, enz., aanduidend.
(3, scheikunde) is de ruimtelijke rangschikking van de atomen in een molecule. Zij is verschillend voor isomere of tautomere vormen. De bepaling van de configuratie kan direct geschieden uit de buiging van electronen- of röntgenstralen en ook indirect uit beschouwing omtrent het verloop van chemische reacties tussen groepen in het molecule of met vreemde moleculen. Bij de optische isomerie (z antipoden) zal de configuratie van moleculen, die uit elkaar kunnen worden verkregen, meestentijds ook dezelfde moeten zijn.