betekent overeenkomstig de Confessie (belijdenis). De Confessionele richting, in het bijzonder in de Nederlandse Hervormde Kerk, staat op het standpunt, dat de Confessie naar haar religieus-dogmatische inhoud zowel als op kerkrechtelijke grond geldigheid heeft.
Zij erkent daarbij, dat de Confessie in beide opzichten te toetsen is aan de H. Schrift. Confessionalistisch noemt men het standpunt waarbij deze reserve minder of niet geldt. Confessionalisme is een algemene aanduiding van trouw aan de Confessie, die niet confessionalistisch behoeft te zijn.
De Confessionele richting heeft zich in Nederland ontwikkeld als vrucht van het Réveil tegenover het Modernisme in de eerste plaats, maar ook tegenover de Afscheiding. De Confessionele Vereniging is in 1864 door Groen van Prinsterer en ds O. G. Heldring opgericht en beoogt enerzijds de handhaving der Belijdenis, zodat zij een belijdende Kerk wil, anderzijds de verbinding van Kerk en volk, naar de leuze van ds Ph.
J. Hoedemaker: heel de Kerk en heel het volk. Volgens de Kuyperianen of Gereformeerden is dit dubbele ideaal, dat onder het Oude Verbond bestaan heeft, onder het Nieuwe niet meer mogelijk. De Confessionele richting legt in haar theologie meer nadruk op het Verbond dan op de Verkiezing.
Zij gaf en geeft de grootste steun aan het reorganisatie-streven in de Hervormde Kerk in streng presbyteriale, Calvinistische stijl. Het orgaan der vereniging is het weekblad De Gereformeerde Kerk-, van 1898-1919 bestond tevens het maandblad Troffel en Zwaard en van 1926-1940 het theologisch tijdschrift Onder Eigen Vaandel, dat echter niet zozeer aan de Vereniging gebonden was.PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK
Lit.: P. J. Kromsigt, De Confessionele Richting; Gedenkb. t. geleg. v. d. 40-jar. ambtsbediening van dr P. J.
Hoedemaker (1909).