Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CNEORACEEËN

betekenis & definitie

is de naam van een kleine plantenfamilie uit de orde der Terebinthinen, verwant met de Zygophyllaceae. Haar soorten zijn struiken met verspreide, leerachtige smalle bladeren zonder steunblaadjes. De bloemen staan alleen in de bladoksels of met zijn drieën op één steeltje of ook in een veelbloemig hoofdje en zijn regelmatig, tweeslachtig en 3-, zelden 4-tallig.

In overeenstemming hiermede vertonen zij een kleine, blijvende, 3- of 4-tandige kelk, even zovele ermee alternerende bloembladen, ook 3 of 4 meeldraden, ingeplant op een flink ontwikkelde discus, en een 3- 4-lobbig, 3- 4-hokkig vruchtbeginsel met 1 stijl met 3- of 4-lobbige stempel en 2 campylotrope zaadknoppen in elk hokje. De vrucht is een 3- of 4-lobbige steenvrucht met een septum in elke steen, zodat men daarin 2 hokjes, ieder met 1 zaad, opmerkt. Hiertoe dan het geslacht Cneorum L. met 2 soorten in het mediterrane gebied en op de Canarische eilanden en i op Cuba. Van de soorten noemen wij C. tricoccum L., een lage, altijd groene heester, die in het Z. van Europa en in het N. van Afrika groeit en okselstandige, 3-tallige, gele bloemen en rode vruchten draagt.

< >