(Campanië? ca 270 Utica, N.-Afrika, 201/199 v. Chr.), oorspronkelijke figuur aan de aan vang der Latijnse letterkunde, baanbrekend als dramatisch en episch dichter.
Zijn comedies hebben Plautus beïnvloed; Romulus en Clastidium zijn titels van fabulae praetextae, nationale tragedies, die hun stof niet meer ontlenen aan de Griekse mythologie, maar aan de geschiedenis van het Romeinse volk (deze vernieuwing heeft weinig ingang gevonden); in zijn epos, Bellum Poenicum, behandelt hij ook een Romeinse stof, de eerste Punische oorlog, in het nationale Romeinse vers, de saturnius (z metriek). Verbannen wegens bespotting ten tonele van de aanzienlijke Metelli stierf hij in den vreemde.Bibl.: Fragm. drama: O. Ribbeek, Scaenicae Rom. Poes. Fragm., (3de dr. 1897-1898); epos: W. Morel, Fragm. poet. lat. (Leipzig 1927); te zamen in: Remains of Old Latin, ed. and transl. by E. H.
Warmington II (Cambridge 1936, The Loeb Class. Libr.
Lit. Th. B. de Graff, Naevian Studies, diss. Geneva, New York (1931); E. V. Marmorale, N. poeta, saggio biobibliografico, con ed. critica dei frammenti (Catania 1945).