(Engels: aanspraak) wordt vooral gebruikt ter aanduiding van het recht van voorkeur, gegeven aan de aandeelhouders van een maatschappij bij de uitgifte van nieuwe aandelen. Indien een bestaande N.V. overgaat tot uitbreiding van haar aandelenkapitaal, staat zij voor de moeilijkheid van het bepalen van de koers van uitgifte.
Een te hoge koers zou de emissie doen mislukken, een te lage zou schade toebrengen aan het belang van de oude aandeelhouders, tenzij de nieuwe aandelen in handen van de oude aandeelhouders geraken in de verhouding van hun bezit aan oude aandelen. Dit leidt er toe bij nieuwe emissies veelal aan de oude aandeelhouders het recht te geven tegen overlegging van een of een bepaald aantal dividendbewijzen een nieuw aandeel te verwerven tegen een lage koers, bijv. a pari. Daarnaast wordt soms een hoge koers voor vrije inschrijving betaald. Zowel het recht als het bewijs van dat recht eet claim. Aangezien er oude aandeelhouders kunnen zijn, die van hun recht geen gebruik wensen te maken en daartegenover gegadigden kunnen zijn, die niet over oude aandelen beschikken, kan er zich een handel in claims ontwikkelen, die zijn brandpunt ter beurze vindt.
Koersen van claims worden dan ook wel genoteerd.Lit.: J. H. Wesselings, De claim (Amsterdam 1925); E. J.
J. van der Heyden, Handboek voor de naamlooze vennootschap, 4de dr. (bewerkt door W. C. L. van der Grinten, 1946), blz. 249; O. B.
W. de Kat, Effectenbeheer, 3de dr. (1932), blz. 517-518, 776-783; J. J. Polderman, Effecten en effectenhandel (1935), blz. 77-78.