Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CICUTA

betekenis & definitie

L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Schermbloemigen (Umbelliferen), met drie soorten vertegenwoordigd in Europa, Midden-Azië en Noord-Amerika.Het onderscheidt zich door een 5-tandige kelkrand, omgekeerd hartvormige bloembladeren met binnenwaarts gebogen lobben en een bijna ronde, van ter zijde samengedrukte, met de gekromde stempels gekroonde vrucht met vijf gelijke, zwakke ribben op elk deelvruchtje. Alle soorten zijn overblijvende waterplanten met een holle wortelstok, door horizontale tussenschotten in hokjes verdeeld, drie- of viervoudig gevinde bladeren, samengestelde schermen zonder of met een uit weinig blaadjes bestaand omwindsel, maar met veelbladige omwindseltjes en witte bloemen, alle zeer vergiftig.

De bekendste soort is C. virosa L., de zgn. waterscheerling, ook dolle kervel geheten, met een knolvormige, witte, in kamertjes verdeelde, bij doorsnijden aangenaam geurende wortelstok, die het meest vergiftige deel der plant is, een opgerichte, ronde, holle, enigszins gestreepte, groene of gele stengel ter hoogte van 1/2 - 1½ m, grote onbehaarde, twee- of drievoudig-gevinde, donkergroene, doffe bladeren met lange, lancetvormige, scherpgezaagde, langs de bladsteel aflopende blaadjes, waarvan het bovenste 3-lobbig is, met vliezige bladscheden en halfbolvormige bloemschermen. Deze plant groeit aan de oevers van rivieren, in moerassen en sloten in Europa en Noord-Amerika, en is ook in Nederland vrij algemeen, vooral in moerassige veenstreken en aan slootkanten.

< >